Het debuut van Siep Hendriks is verschenen en heet Voordat we slapen. Hoog tijd voor wat vragen richting deze auteur!
Wat inspireerde je om Voordat we slapen te schrijven en hoe kwam je op het idee voor het verhaal?
Het concept van dit verhaal zat al langer in m’n hoofd. Ik beschrijf mijn brein altijd als een gasfornuisje; er staat altijd wel iets te koken. De eerste versie van Voordat we slapen, nog voor ik een contract had bij de Boekerij, zag het personage Elena (de moeder van Riley) als een vader genaamd Alex, en Murph (de rechercheur) was niet aanwezig. Voor mij begint een idee vaak met de sfeer: bij dit boek was het de ziedende, emotioneel geladen woede en wraaklust van media als The Last of Us en Mandy, gecombineerd met de southern gothic-esthetiek van True Detective en muziek van o.a. The Amazing Devil. De sfeer was er – toen het verhaal nog. Ik wilde schrijven over de band tussen ouder en kind, specifiek tussen moeder en dochter; over elkaar niet begrijpen en juist té goed begrijpen. Over hoe trauma en rouw ons verandert en het ideeën over wie we waren verbleekt als oude foto’s. En ik wilde iets met de Victoriaanse bloementaal, want het heeft me altijd gefascineerd hoe men zonder woorden toch met elkaar praatte. Geheime boodschappen hebben iets mystieks… net zoals een sekte. Wie wil er niet schrijven over een groep die een nieuwe god de wereld in wil brengen – en dan vervolgens die god ook zelf maken? Daar klikte het boek voor mij helemaal.
Wat was de grootste uitdaging tijdens het schrijfproces van je debuut?
Continuïteit, dus zorgen dat de tijdlijnen kloppen (en de leeftijden van de kinderen, wat tot aan het eind van het proces een frustratiepuntje bleef), is voor mij altijd een worsteling. Ik ben van nature veel meer bezig met de thematieken en de sfeer, en minder met de realistische en technische kant van de gebeurtenissen. Dat maakte dit boek zowel uitdagend als leuk; politieonderzoek was voor mij nieuw, net als veel van de gewelddadige dingen die de personages uithalen. Dat zo realistisch mogelijk proberen te beschrijven en tóch in die hyperrealistische wereld van een horrorboek blijven, waar de thema’s altijd het belangrijkst zijn, was een enorm leuke uitdaging. (Ik ben stiekem als de dood dat er nog steeds ergens een kind in het boek rondloopt met de verkeerde leeftijd…)
Zijn er specifieke personages in het boek die gebaseerd zijn op mensen uit je eigen leven?
Ik grap weleens dat Riley erg op mij lijkt toen ik die leeftijd had, maar dan met een grotere mond – natuurlijk is Riley haar eigen persoon (godzijdank), maar ze heeft zeker wel iets van mij meegekregen. Een bijna aangeboren fascinatie voor morbide dingen, een wens om te schrijven en zich uit te drukken. Het enige wat ik niet had, en Riley wel heeft, is dat ze altijd durft te zeggen wat ze denkt, en helemaal comfortabel is met wie ze is. Ik hoop dat ooit nog van haar te leren! Verder zijn mijn personages niet direct geïnspireerd op mensen die ik ken, al zijn er absoluut dingen die ze doen en gewoontes die ze hebben die ik ken van de mensen om me heen. Als schrijver ben je, vind ik, een mozaïek van de mensen waar je van houdt – en m’n personages zijn dat dus ook!
Kun je iets zeggen over auteurs die jou geïnspireerd hebben als schrijver?
Jeetje, heb je even? Voor mij begon het met Paul van Loon (specifiek de Griezelbus-boeken), en introduceerde m’n vader me al snel aan Stephen King. Ook ben ik enorm fan van de dystopische werken van George Orwell en Suzanne Collins – dat is een heel ander, veel echter soort horror – en word ik de laatste jaren enorm geïnspireerd door nieuwere horrorschrijvers zoals Catriona Ward (Sundial, Looking Glass Sound) en Agustina Bazterrica (Tender Is The Flesh, The Unworthy). Schrijvers met een eigen stijl, die horror en emotie in gelijke mate opzoeken en met elkaar verweven, en soms hele wilde sprongen maken. De Japanse mangaka Junji Ito is daar nog zo’n voorbeeld van!
Hoe heb je research gedaan voor het verhaal? Zijn er specifieke thema’s of onderwerpen die je extra hebt uitgeplozen?
In bijna elk onderdeel van dit verhaal zit onderzoek. Natuurlijk gaat het me, in de eerste plaats, om het maken van een emotionele boog met m’n personages, maar ik wil alles wel trouw naar de realiteit neerzetten. Het belangrijkste voor mij was daarin Murphs doofheid; ik wilde alle aspecten van haar recente handicap belichten – zowel het representatie-aspect als de impact die het op haar leven heeft gemaakt, en dat ze zelf het meest lijkt te worstelen met de nieuwe vormen van communicatie, op een emotioneel niveau. Ook heb ik onderzoek gedaan naar bepaalde bijl- en pijlwonden, en naar hoe slachthuizen in z’n werk gaan. Het onderzoek voor dit boek was breed – ik heb lang niet alles gebruikt – en ik weet nu nog veel meer vreemde, morbide dingen, en ben nóg banger voor de pijl en boog.
Wat kunnen lezers verwachten van je toekomstige werk? Ben je al bezig met een nieuw project?
Als alles meezit publiceer ik een roman per jaar! Ik ben dus zeker al bezig met een nieuw project – mijn tweede horror-thrillerroman bij de Boekerij. Dit wordt iets totaal anders dan Voordat we slapen. Een nieuwe standalone roman, want dat vind ik (voor nu) het fijnst schrijven. Dit verhaal is op hele andere manieren eng, en daagt me heel anders uit. Ik zit momenteel in de eerste fase van het boek, en het gaat goed! Kortom: er komt nog een hoop emotioneel geladen duisternis van mij aan, haha!
