Binnen nu en een week verschijnt ‘de nieuwe’ van Frederick Forsyth, De prediker. Het belooft een spannend verhaal te worden. Tijd om de een-na-laatste van de zeventiger er weer eens bij te pakken, De cobra uit 2010.
De Amerikaanse president heeft er schoon genoeg van. Nadat bij een officiële gelegenheid een van de bedienden van het Witte Huis in tranen uitbarst door de dood van een familielid, is hij het zat. Drugs (in deze cocaïne) moet verbannen worden en wel met harde hand. Er moet iets gedaan worden en niets is te gek. De president heeft een ideale persoon om dit te bewerkstelligen: Paul Deveraux, alias de Cobra. Hij is oudgediende binnen de inlichtingendiensten en heeft al vaker met dit bijltje gehakt. Hij krijgt de vrije hand en twee miljard dollar om zich uit te leven tegen de Colombiaanse drugsmaffia. Het moet stil en snel. Dat hoeft Deveraux geen twee keer gezegd te worden. Hij haalt er een oude bekende uit de boeken van Forsyth bij, Calvin Dexter (De wreker), die Deveraux kent uit ditzelfde boek. Samen werken ze een plan uit om de drugsoorlog voor eens en altijd te beslechten. Hun doel: een steenrijke boss die een ingenieus netwerk heeft opgezet om zijn dodelijke drugs te verspreiden. Van speedboten tot vliegtuigen en van onderzeeboten tot straaljagers: zijn netwerk is voor de Cobra niet langer veilig.
De Cobra leest als het latere werk van Forsyth, al haalt het boek het niveau van bijvoorbeeld Icoon of Geheime dossier Odessa niet. Dat kan ook haast niet, want dat zijn regelrechte thrillerklassiekers. Toch is De cobra een goede ‘ops thriller’, want het verhaal gaat eigenlijk alleen om de oorlog tegen drugs en de uitvoering hiervan. In het eerste deel van het boek volgen we Deveraux en Dexter waarbij ze de grote operatie voorbereiden. Het lijkt in die zin wel op De wreker, want ook daarin volgen we het eerste deel vooral de voorbereidingen op de daadwerkelijke operatie. Het wapentuig waarmee de twee zich bedienen wordt tot in details besproken: omgebouwde boten, onbemande vliegtuigjes met fiks wapentuig en natuurlijk speciale eenheden op de grond. Het geheel leest weg als een soort geschiedenisles, al is het wel een hele interessante en knap uitgewerkte. De liefhebber van groots uitgewerkte personages komen in De cobra echter niet aan hun trekken. Het gaat om de actie, de operatie en de uitvoering ervan. Er is weinig ruimte voor verdieping en dialoog, maar dat heeft het verhaal eigenlijk ook niet nodig. De liefhebbers van uitgedachte strategieën vinden in De cobra wel hetgeen wat ze zoeken.
Geen echt diepgaande materie, wel een mooi uitgewerkt scenario waar de tegenstanders van drugs zo mee uit de voeten kunnen. Even een mailtje naar Forsyth en je hebt het hele plan te pakken.
Afbeelding
Serie
N.v.t.
Auteur(s)
Frederick Forsyth
Uitgeverij(en)
A.W. Bruna
Jaar van uitgave
Thrillzone score
Review date
19 september 2013
Categories
Spionage
Deel deze recensie
Afbeelding
Marinus van de Velde
Ik ben Marinus van de Velde, van bouwjaar 1984. Ik mag mezelf de eigenaar noemen van ThrillZone! Ik lees al van jongs af aan. Mijn interesses liggen breed; Scandi, Nederlandstalig, spionage, maar ik vind Baldacci en Lee Child bijvoorbeeld ook geweldig. Lezen voor ThrillZone betekent soms het oprekken van je comfortzone en dat lukt goed!
De Amerikaanse president heeft er schoon genoeg van. Nadat bij een officiële gelegenheid een van de bedienden van het Witte Huis in tranen uitbarst door de dood van een familielid, is hij het zat. Drugs (in deze cocaïne) moet verbannen worden en wel met harde hand. Er moet iets gedaan worden en niets is te gek. De president heeft een ideale persoon om dit te bewerkstelligen: Paul Deveraux, alias de Cobra. Hij is oudgediende binnen de inlichtingendiensten en heeft al vaker met dit bijltje gehakt. Hij krijgt de vrije hand en twee miljard dollar om zich uit te leven tegen de Colombiaanse drugsmaffia. Het moet stil en snel. Dat hoeft Deveraux geen twee keer gezegd te worden. Hij haalt er een oude bekende uit de boeken van Forsyth bij, Calvin Dexter (De wreker), die Deveraux kent uit ditzelfde boek. Samen werken ze een plan uit om de drugsoorlog voor eens en altijd te beslechten. Hun doel: een steenrijke boss die een ingenieus netwerk heeft opgezet om zijn dodelijke drugs te verspreiden. Van speedboten tot vliegtuigen en van onderzeeboten tot straaljagers: zijn netwerk is voor de Cobra niet langer veilig.
De Cobra leest als het latere werk van Forsyth, al haalt het boek het niveau van bijvoorbeeld Icoon of Geheime dossier Odessa niet. Dat kan ook haast niet, want dat zijn regelrechte thrillerklassiekers. Toch is De cobra een goede ‘ops thriller’, want het verhaal gaat eigenlijk alleen om de oorlog tegen drugs en de uitvoering hiervan. In het eerste deel van het boek volgen we Deveraux en Dexter waarbij ze de grote operatie voorbereiden. Het lijkt in die zin wel op De wreker, want ook daarin volgen we het eerste deel vooral de voorbereidingen op de daadwerkelijke operatie. Het wapentuig waarmee de twee zich bedienen wordt tot in details besproken: omgebouwde boten, onbemande vliegtuigjes met fiks wapentuig en natuurlijk speciale eenheden op de grond. Het geheel leest weg als een soort geschiedenisles, al is het wel een hele interessante en knap uitgewerkte. De liefhebber van groots uitgewerkte personages komen in De cobra echter niet aan hun trekken. Het gaat om de actie, de operatie en de uitvoering ervan. Er is weinig ruimte voor verdieping en dialoog, maar dat heeft het verhaal eigenlijk ook niet nodig. De liefhebbers van uitgedachte strategieën vinden in De cobra wel hetgeen wat ze zoeken.
Geen echt diepgaande materie, wel een mooi uitgewerkt scenario waar de tegenstanders van drugs zo mee uit de voeten kunnen. Even een mailtje naar Forsyth en je hebt het hele plan te pakken.