‘De schreeuw van het meisje snijdt door het gejank van de wind. Hij houdt haar polsen in een ijzeren greep vast en sleept haar op haar rug over het schrale terrein. Ik wil hem tegenhouden, maar ik kan niets doen als hij zo’n bui heeft. Hij bezit een bruisende energie die ik maar al te goed ken. Hij heeft vaak gemene invallen en bezit een bijna onmenselijke kracht die wordt gevoed door haat. Ze zijn nu boven op Hin Håle, op de plek waar de rots boven de zee uitsteekt. ‘Kom je me nog helpen?’ roept hij tegen me. ‘We gooien haar in zee en dan zijn we van haar af. Kijk niet zo angstig. Niemand zal het ooit te weten komen.’ Zijn ogen zijn als zwarte wormen die in mijn ziel kruipen.’We volgen Sofia die inmiddels met Benjamin getrouwd is, en hun puberdochter Julia waar ze heel wat mee te stellen hebben. Sofia probeert het opvangcentrum weer van de grond te krijgen na een verwoestende storm. Ze wordt benaderd door Franz Oswald die zijn spijt betuigt over de gebeurtenissen die tussen hen twee zijn voorgevallen. Hij biedt aan om het opvangcentrum te herbouwen en financieren. Sofia verzet zich hier heftig tegen en probeert hem op afstand te houden. Franz werd volledig in beslag genomen door een aantal projecten en toekomstvisies. Een van deze projecten was Kinderen der Aarde, een school voor de kinderen van de sekte. Lijfstraffen en uitbuiting zijn aan de orde van de dag. Na de storm werpt hij zich op als weldoener, hij zou het Zweedse volk uit de crisis helpen.
Schrijf jouw recensie!