Kyra Stryker is net afgestudeerd aan het befaamde opleidingsinstituut The Farm waar nieuwe CIA agenten onderricht krijgen in het spionagevak. Al snel wordt ze daarna uitgezonden naar Venezuela, waar ze iets leert wat ze niet in de schoolbanken gedoceerd kreeg: de incompetentie van haar leidinggevende zorgt ervoor dat ze bijna dood wordt geschoten bij de ontmoeting met een informant. Gezien het feit dat zij een groentje is, wordt ze teruggeroepen naar de V.S. waar haar leidinggevende haar in wil zetten bij de Red Cell: een cel die tegen denkt op adviezen en dossiers waar de CIA mee aan het werk is: een soort club die ‘out of the box’ denkt en daardoor alternatieve adviezen kan opstellen. Het hoofd –en de enige medewerker, wat zijn eigen schuld is- is Jonathan Burke. Burke is een nogal eigenwijze en norse man die al veel leidinggevenden tegen zich in het harnas heeft weten te jagen. Stryker springt in het diepe en werkt al gauw met Burke samen. Want er is een nieuwe dreiging ontstaan in het Verre Oosten: Taiwan en China liggen wederom met elkaar in de clinch. Het gaat zelfs zover dat China een eiland inneemt, wat grote gevolgen heeft. Als ze dan ook nog een Taiwanees oorlogschip de lucht in knallen, moet de Red Cell aan de bak: wat zijn de intenties van China en wat is het geheime wapen dat ze blijkbaar hebben ontwikkeld? Het levert een spannende race tegen de klok op, want Amerika wil zich in de strijd mengen. Hun antwoord ligt bij de Chinese informant met de naam ‘De pionier’, maar hoe krijgen ze hem uit China?
Red Cell is het eerste deel met Stryker en Burke in de hoofdrol. Voor de plot heeft schrijver Mark Henshaw kunnen putten uit eigen ervaring. Hij was vijftien jaar werknemer van de CIA en zelfs van de genoemde Red Cell (bron: www.markhenshaw.com). Tijdens zijn dienst kreeg hij in totaal achttien decoraties voor onder andere innovaties binnen het inlichtingenwerk. De authenticiteit spat daardoor van het papier. Vooral de interne rivaliteit tussen de veldwerkers en analytici is geweldig om te lezen. Met name Stryker heeft daar in eerste instantie moeite mee: “Ik ben geen analist,” zegt ze op de vraag om in Red Cell deel te nemen. “Ik weet niet hoe dat moet. En ik hoor overigens weinig goeds over analytici.” Na 11 september zou het gat tussen die twee disciplines grotendeels gedicht zijn, maar Mark Henshaw denkt daar blijkbaar anders over. Daardoor laat hij zien waar hij over praat. Ook de problemen tussen Taiwan en China is een issue waar hij wel wat vanaf blijkt te weten; de historie, maar ook de gedetailleerde gegevens over de militaire strijdkrachten komen realistisch over. Bij het lezen denk je daardoor –wellicht ongewild- vaak aan de good old Tom Clancy. Ook hij was iemand die zijn huiswerk deed en dat vervolgens in spannende boekvorm goot. Mark Henshaw beheerst dit talent ook, en zeer goed zelfs. Red Cell is daardoor een uitstekende mix van een actie-, spionage- en technothriller. Ook verfrissend: veel van zijn collega’s schrijven over de grote dreiging van het hedendaagse terrorisme. Henshaw neemt geopolitiek als uitgangspunt, ook iets dat erg doet denken aan Clancy.
De personages zijn interessant en goed uitgewerkt, al laat Henshaw bewust ook veel ruimte over om de karakters in een vervolg nog verder uit te diepen. Met name Burke is qua achtergrond nog onontgonnen gebied, en blijft daardoor mysterieus. Stryker is bleu, maar kan uitstekend overweg met lastige situaties, wat ze in Venezuela al laat merken. De twee zijn een interessant koppel voor eventuele vervolgboeken in deze serie. En die zijn er: in totaal bestaat de serie nu uit drie boeken (naast Red Cell ook Cold Shot en The Fall of Moscow Station).
Henshaw is erin geslaagd een snelle, realistische spionagethriller neer te zetten met een interessant plot dat wordt behuisd door een koppel dat uitstekende mogelijkheden biedt voor een vervolgserie. Bij vlagen doet de auteur ons denken aan wijlen Tom Clancy en dat is een groot compliment!
Afbeelding
Auteur(s)
Mark Henshaw
Uitgeverij(en)
Karakter
Jaar van uitgave
Thrillzone score
Review date
6 april 2016
Categories
Spionage
Deel deze recensie
Afbeelding
Marinus van de Velde
Ik ben Marinus van de Velde, van bouwjaar 1984. Ik mag mezelf de eigenaar noemen van ThrillZone! Ik lees al van jongs af aan. Mijn interesses liggen breed; Scandi, Nederlandstalig, spionage, maar ik vind Baldacci en Lee Child bijvoorbeeld ook geweldig. Lezen voor ThrillZone betekent soms het oprekken van je comfortzone en dat lukt goed!
Red Cell is het eerste deel met Stryker en Burke in de hoofdrol. Voor de plot heeft schrijver Mark Henshaw kunnen putten uit eigen ervaring. Hij was vijftien jaar werknemer van de CIA en zelfs van de genoemde Red Cell (bron: www.markhenshaw.com). Tijdens zijn dienst kreeg hij in totaal achttien decoraties voor onder andere innovaties binnen het inlichtingenwerk. De authenticiteit spat daardoor van het papier. Vooral de interne rivaliteit tussen de veldwerkers en analytici is geweldig om te lezen. Met name Stryker heeft daar in eerste instantie moeite mee: “Ik ben geen analist,” zegt ze op de vraag om in Red Cell deel te nemen. “Ik weet niet hoe dat moet. En ik hoor overigens weinig goeds over analytici.” Na 11 september zou het gat tussen die twee disciplines grotendeels gedicht zijn, maar Mark Henshaw denkt daar blijkbaar anders over. Daardoor laat hij zien waar hij over praat. Ook de problemen tussen Taiwan en China is een issue waar hij wel wat vanaf blijkt te weten; de historie, maar ook de gedetailleerde gegevens over de militaire strijdkrachten komen realistisch over. Bij het lezen denk je daardoor –wellicht ongewild- vaak aan de good old Tom Clancy. Ook hij was iemand die zijn huiswerk deed en dat vervolgens in spannende boekvorm goot. Mark Henshaw beheerst dit talent ook, en zeer goed zelfs. Red Cell is daardoor een uitstekende mix van een actie-, spionage- en technothriller. Ook verfrissend: veel van zijn collega’s schrijven over de grote dreiging van het hedendaagse terrorisme. Henshaw neemt geopolitiek als uitgangspunt, ook iets dat erg doet denken aan Clancy.
De personages zijn interessant en goed uitgewerkt, al laat Henshaw bewust ook veel ruimte over om de karakters in een vervolg nog verder uit te diepen. Met name Burke is qua achtergrond nog onontgonnen gebied, en blijft daardoor mysterieus. Stryker is bleu, maar kan uitstekend overweg met lastige situaties, wat ze in Venezuela al laat merken. De twee zijn een interessant koppel voor eventuele vervolgboeken in deze serie. En die zijn er: in totaal bestaat de serie nu uit drie boeken (naast Red Cell ook Cold Shot en The Fall of Moscow Station).
Henshaw is erin geslaagd een snelle, realistische spionagethriller neer te zetten met een interessant plot dat wordt behuisd door een koppel dat uitstekende mogelijkheden biedt voor een vervolgserie. Bij vlagen doet de auteur ons denken aan wijlen Tom Clancy en dat is een groot compliment!