‘Zonlicht zwelt aan boven de daken als een stille bemoediging. Een teken dat God zijn aanschijn over mij laat lichten. Ik blijf staan tussen de oude eiken langs de straat en buig eerbiedig het hoofd. Ik was ver van Hem afgedwaald. Maar Hij heeft mij weer in het rechte spoor gebracht door even mijn adem af te snijden. Lang heb ik in de duinen om vergeving gebeden. En toen ik daarna mijn ogen opende stond daar opeens het meisje, Kima. Hij moet er een bedoeling mee hebben gehad.’De bewoners van het dorp zijn niet blij met deze groep vreemdelingen die te boek staan als gevaarlijke mensen die stelen en niets goeds in de zin hebben. Ze waarschuwen hun kinderen dan ook om vooral geen contact te maken met deze mensen. Naarmate de verliefdheid tussen Paul en Kima opbloeit, wordt de sfeer in het dorp steeds grimmiger. De dorpsbewoners willen dat de groep met hun caravans uit het dorp verdwijnt, hoe sneller hoe beter. Wanneer de vreemdelingen moeten verhuizen vanuit de duinen naar een veld in het dorp escaleert de hele situatie. Fatale gevolgen blijven dan ook niet uit.
Schrijf jouw recensie!