Het is december 1949, een roerige periode voor Nederland. Na de Tweede Wereldoorlog is het land in opbouw, maar rust is er niet. Nederlands-Indië heeft onder de hoede van Soekarno de onafhankelijkheid afgeroepen, maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Raymond Westerling, een befaamde Nederlandse militair, wil Indië behouden en plant een staatsgreep. Zuid-Molukken is de inzet, want dat is de weerstand tegen Soekarno het grootst.
Middenin deze spreekwoordelijke orkaan moet Arnie Springer het hoofd boven water zien te houden. Want wanneer -we zijn inmiddels eind 1950- Soekarno zijn pijlen richt op de Zuid-Molukken komt de Binnenlandse Inlichtingendienst (BID) bij Springer op de lijn. Zijn maatje Ferry is onder verdachte omstandigheden overleden in de highlands van Schotland. Hij zou daar een ontmoeting hebben met een Indische vrouw, Evy.
Wanneer Springer in Edinburgh arriveert, blijkt Evy een geheime boodschap te hebben voor hem van Westerling. En voor hij het weet, belandt Springer -opnieuw- in een wereld van vuile spelletjes, chantage en spionage…
Tomas Ross behoeft geen enkele introductie. Ross, in het echt Willem Pieter Hogendoorn, is de Nederlandse grootmeester van de faction thriller. Dit genre kenmerkt zich door het spitsvondige verweven van feiten en fictie. Ross blijft vaak dichtbij de Nederlandse geschiedenis en wordt weleens de luis in de pels van ons Koningshuis genoemd. Regelmatig speelt wijlen prins Bernhard een benijdenswaardige rol in de boeken van Ross. En zo ook in Indisch Requiem, een boek dat overigens twee keer werd uitgesteld. Volgens eigen zeggen was Ross niet tevreden over het manuscript, dat in eerste instantie teveel vanuit het perspectief van Springer was geschreven. “En dat haalde de spanning uit het verhaal”.
In Indisch Requiem speelt de afscheiding van Nederlands-Indië als Nederlandse kolonie de hoofdrol. Het is een roerige, soms duistere, maar bovenal interessante geschiedenis en daarmee een dankbare achtergrond voor Ross. En daarmee alvast een eerste compliment naar de auteur; hij weet de ingewikkelde geopolitieke geschiedenis omtrent Nederlands-Indië en de afscheiding, duidelijk uit te leggen aan zijn lezer.
Let wel. Met ruim 730 pagina’s is Indisch Requiem een uitgebreid en soms complex boek. Feiten en fictie lopen door elkaar en Ross maakt gebruik van veel verschillende namen. Het is dus, en dat is vaker zo, voor de lezer zaak om gefocust bij de les te blijven. Maar dat lukt goed, want Ross weet met zijn interessante vertelsels -en het feit dat het onze eigen historie betreft- de lezer aan zich te binden.
De politieke spelletjes zijn aan de orde van de dag in Indisch Requiem. Want dat Soekarno de Republiek Indonesië heeft gesticht wil niet zeggen dat iedereen het hiermee eens is. De Nederlanders, en dan vooral de conservatieven als Gerbrandy, willen geen afscheid nemen van de kolonie. En de Amerikanen zien de macht van de Chinezen en de Sovjet-Unie, en dus van het communisme, groeien in de archipel en willen daar een stokje voor steken. Maar Ross weet de plot zo neer te zetten, dat de lezer geen benul heeft wie nu wie belazert. Spelen de Nederlanders nou met de Amerikanen onder één hoedje, of is het ook een interne Hollandse strijd? En met wie werkt Soekarno nu samen?
In Indisch Requiem speelt Arnie Springer wederom de hoofdrol. Wederom, want dat deed hij al eerder in de Indië-trilogie. De kenners van Ross’ werk weten dus ook van de getormenteerde achtergrond van Arnie Springer. Die dacht nu tot rust te komen in zijn pension in Den Haag, maar de BID denkt daar anders over. Springer is, door de gelaagdheid van zijn achtergrond, een dankbaar en interessant karakter die de lezer zal beklijven. Interessant is natuurlijk ook het gebruik van bestaande personages, zoals Soldaat van Oranje Erik Hazelhoff Roelzema, Prins Bernhard (inclusief dubbelganger), en aan de Amerikaanse kant Douglas MacArthur. Natuurlijk kunnen koningin Juliana en Greet Hofmans niet ontbreken. Door deze mix van fictieve en echte personages is het voor de lezer al snel onduidelijk waar de precieze scheidslijn tussen feit en fictie nu precies is gebleven. Missie geslaagd voor Ross, die de complexe geschiedenis van die periode leesbaar weet over te brengen.
Al met al is Indisch Requiem een uitgebreide, goed geschreven en zeer geslaagde faction thriller over de geschiedenis rondom de dekolonisatie van Nederlands-Indië. Ross weet als geen ander de tijd tot leven te roepen door zelfs op de kleinste details te letten. Of je nu in Den Haag, Edinburgh of op Ambon bent; alles lijkt te kloppen, tot de g van oude genever aan toe. Daarmee is het boek, ook als tijdframe en historisch naslagwerk ondanks de fictieve vrijheden, meer dan geslaagd. Indisch Requiem, de hogeschool voor het schrijven van een faction thriller.
Image
Serie
Arnie Springer
Auteur(s)
Tomas Ross
Uitgeverij(en)
Cargo
Publication year
Thrillzone score
Review date
25 February 2021
Categories
Nederlandstalig
Share this review
Image
Marinus van de Velde
Ik ben Marinus van de Velde, van bouwjaar 1984. Ik mag mezelf de eigenaar noemen van ThrillZone! Ik lees al van jongs af aan. Mijn interesses liggen breed; Scandi, Nederlandstalig, spionage, maar ik vind Baldacci en Lee Child bijvoorbeeld ook geweldig. Lezen voor ThrillZone betekent soms het oprekken van je comfortzone en dat lukt goed!
Middenin deze spreekwoordelijke orkaan moet Arnie Springer het hoofd boven water zien te houden. Want wanneer -we zijn inmiddels eind 1950- Soekarno zijn pijlen richt op de Zuid-Molukken komt de Binnenlandse Inlichtingendienst (BID) bij Springer op de lijn. Zijn maatje Ferry is onder verdachte omstandigheden overleden in de highlands van Schotland. Hij zou daar een ontmoeting hebben met een Indische vrouw, Evy.
Wanneer Springer in Edinburgh arriveert, blijkt Evy een geheime boodschap te hebben voor hem van Westerling. En voor hij het weet, belandt Springer -opnieuw- in een wereld van vuile spelletjes, chantage en spionage…
Tomas Ross behoeft geen enkele introductie. Ross, in het echt Willem Pieter Hogendoorn, is de Nederlandse grootmeester van de faction thriller. Dit genre kenmerkt zich door het spitsvondige verweven van feiten en fictie. Ross blijft vaak dichtbij de Nederlandse geschiedenis en wordt weleens de luis in de pels van ons Koningshuis genoemd. Regelmatig speelt wijlen prins Bernhard een benijdenswaardige rol in de boeken van Ross. En zo ook in Indisch Requiem, een boek dat overigens twee keer werd uitgesteld. Volgens eigen zeggen was Ross niet tevreden over het manuscript, dat in eerste instantie teveel vanuit het perspectief van Springer was geschreven. “En dat haalde de spanning uit het verhaal”.
In Indisch Requiem speelt de afscheiding van Nederlands-Indië als Nederlandse kolonie de hoofdrol. Het is een roerige, soms duistere, maar bovenal interessante geschiedenis en daarmee een dankbare achtergrond voor Ross. En daarmee alvast een eerste compliment naar de auteur; hij weet de ingewikkelde geopolitieke geschiedenis omtrent Nederlands-Indië en de afscheiding, duidelijk uit te leggen aan zijn lezer.
Let wel. Met ruim 730 pagina’s is Indisch Requiem een uitgebreid en soms complex boek. Feiten en fictie lopen door elkaar en Ross maakt gebruik van veel verschillende namen. Het is dus, en dat is vaker zo, voor de lezer zaak om gefocust bij de les te blijven. Maar dat lukt goed, want Ross weet met zijn interessante vertelsels -en het feit dat het onze eigen historie betreft- de lezer aan zich te binden.
De politieke spelletjes zijn aan de orde van de dag in Indisch Requiem. Want dat Soekarno de Republiek Indonesië heeft gesticht wil niet zeggen dat iedereen het hiermee eens is. De Nederlanders, en dan vooral de conservatieven als Gerbrandy, willen geen afscheid nemen van de kolonie. En de Amerikanen zien de macht van de Chinezen en de Sovjet-Unie, en dus van het communisme, groeien in de archipel en willen daar een stokje voor steken. Maar Ross weet de plot zo neer te zetten, dat de lezer geen benul heeft wie nu wie belazert. Spelen de Nederlanders nou met de Amerikanen onder één hoedje, of is het ook een interne Hollandse strijd? En met wie werkt Soekarno nu samen?
In Indisch Requiem speelt Arnie Springer wederom de hoofdrol. Wederom, want dat deed hij al eerder in de Indië-trilogie. De kenners van Ross’ werk weten dus ook van de getormenteerde achtergrond van Arnie Springer. Die dacht nu tot rust te komen in zijn pension in Den Haag, maar de BID denkt daar anders over. Springer is, door de gelaagdheid van zijn achtergrond, een dankbaar en interessant karakter die de lezer zal beklijven. Interessant is natuurlijk ook het gebruik van bestaande personages, zoals Soldaat van Oranje Erik Hazelhoff Roelzema, Prins Bernhard (inclusief dubbelganger), en aan de Amerikaanse kant Douglas MacArthur. Natuurlijk kunnen koningin Juliana en Greet Hofmans niet ontbreken. Door deze mix van fictieve en echte personages is het voor de lezer al snel onduidelijk waar de precieze scheidslijn tussen feit en fictie nu precies is gebleven. Missie geslaagd voor Ross, die de complexe geschiedenis van die periode leesbaar weet over te brengen.
Al met al is Indisch Requiem een uitgebreide, goed geschreven en zeer geslaagde faction thriller over de geschiedenis rondom de dekolonisatie van Nederlands-Indië. Ross weet als geen ander de tijd tot leven te roepen door zelfs op de kleinste details te letten. Of je nu in Den Haag, Edinburgh of op Ambon bent; alles lijkt te kloppen, tot de g van oude genever aan toe. Daarmee is het boek, ook als tijdframe en historisch naslagwerk ondanks de fictieve vrijheden, meer dan geslaagd. Indisch Requiem, de hogeschool voor het schrijven van een faction thriller.