De reden van Balistreri weerbarstige karakter heeft te maken met onverwerkte jeugdtrauma’s. Als tiener is Balistreri door zijn grote jeugdliefde in de steek gelaten en is zijn moeder en een buurmeisje vermoord zonder dat de autoriteiten de moeite namen om de beide sterfgevallen serieus te onderzoeken. Met zijn vader heeft hij altijd een slechte verstandhouding gehad.
Als Balistreri zich noodgedwongen verdiept in het moordonderzoek wordt hij tegen wil en dank door het onderzoek gegrepen. De omstandigheden rondom de moord lijken namelijk verdacht veel op die van de moord op zijn buurmeisje enkele decennia eerder. Bovendien lijkt er een link te zijn met de dood van zijn moeder. Is het mogelijk dat er al die decennia een seriemoordenaar aan het werk is geweest?
De Wortels van het Kwaad is duidelijk een tussendeel en het verdient dan ook aanbeveling om eerst het voorgaande deel (Jij Bent het Kwaad) te lezen. Bij het lezen werd ik regelmatig gewezen op gebeurtenissen die in het verleden hadden plaatsgevonden en die ik niet altijd even goed wist te plaatsen. Ook kent dit deel een open einde, waardoor je bijna gedwongen wordt om ook het laatste derde deel aan te schaffen. Dat wil zeggen, als je dan natuurlijk nog genoeg geïnteresseerd naar de rest bent gebleven.
Hoewel het boek interessant genoeg van start gaat had ik soms moeite met de acties en handelingen van Balistreri voor wie ik maar moeilijk enige sympathie kon opbrengen. We komen ze wel vaker tegen. De cynische, vloekende en altijd in een slecht humeur zijnde politieman. Soms levert dat vermakelijke thrillers op, maar hier is de hoofdpersoon wel heel erg zwartgallig en laconiek, bijna op het ongeloofwaardige af. Je zou van een commissaris toch wat meer inzet en verantwoordelijkheid verwachten. Het is opmerkelijk hoe lang hij een onderzoek aan laat slepen zonder dat hij door iemand daarop wordt aangesproken.
Het boek is een behoorlijk dikke pil van 440 pagina's en bestaat uit twee delen, waarvan het eerste deel zich tijdens Balistreri’s jeugd afspeelt in het Libië van de jaren 60 en het tweede deel in Rome in het begin van de jaren 80. Vooral het eerste deel is de moeite waard om te lezen. De manier waarop de Libische samenleving wordt beschreven toen het nog een Italiaanse kolonie was is bijzonder fraai gedaan. De jeugd van Balistreri, het politieke gekonkel van de Italiaanse machthebbers, de opkomst van Khaddafi geven veel kleur aan het verhaal. Het tweede deel dat zich ruim twintig jaar later in Rome afspeelt valt daarbij vergeleken echter toch iets tegen en ontstijgt net niet helemaal het niveau van een standaard politieroman. Er zitten weliswaar een paar humoristische momenten in als Balistreri zich geconfronteerd ziet met allerlei nieuwe opsporingstechnieken die dan nog inde kinderschoenen staan, zoals het gebruik van PC’s en DNA, maar het niveau van het eerste deel wordt helaas niet meer gehaald. Samen met het open einde van het boek en het ontbreken van een echte apotheose leverde dat voor mij helaas een wat onbevredigd gevoel op.
De reden van Balistreri weerbarstige karakter heeft te maken met onverwerkte jeugdtrauma’s. Als tiener is Balistreri door zijn grote jeugdliefde in de steek gelaten en is zijn moeder en een buurmeisje vermoord zonder dat de autoriteiten de moeite namen om de beide sterfgevallen serieus te onderzoeken. Met zijn vader heeft hij altijd een slechte verstandhouding gehad.
Als Balistreri zich noodgedwongen verdiept in het moordonderzoek wordt hij tegen wil en dank door het onderzoek gegrepen. De omstandigheden rondom de moord lijken namelijk verdacht veel op die van de moord op zijn buurmeisje enkele decennia eerder. Bovendien lijkt er een link te zijn met de dood van zijn moeder. Is het mogelijk dat er al die decennia een seriemoordenaar aan het werk is geweest?
De Wortels van het Kwaad is duidelijk een tussendeel en het verdient dan ook aanbeveling om eerst het voorgaande deel (Jij Bent het Kwaad) te lezen. Bij het lezen werd ik regelmatig gewezen op gebeurtenissen die in het verleden hadden plaatsgevonden en die ik niet altijd even goed wist te plaatsen. Ook kent dit deel een open einde, waardoor je bijna gedwongen wordt om ook het laatste derde deel aan te schaffen. Dat wil zeggen, als je dan natuurlijk nog genoeg geïnteresseerd naar de rest bent gebleven.
Hoewel het boek interessant genoeg van start gaat had ik soms moeite met de acties en handelingen van Balistreri voor wie ik maar moeilijk enige sympathie kon opbrengen. We komen ze wel vaker tegen. De cynische, vloekende en altijd in een slecht humeur zijnde politieman. Soms levert dat vermakelijke thrillers op, maar hier is de hoofdpersoon wel heel erg zwartgallig en laconiek, bijna op het ongeloofwaardige af. Je zou van een commissaris toch wat meer inzet en verantwoordelijkheid verwachten. Het is opmerkelijk hoe lang hij een onderzoek aan laat slepen zonder dat hij door iemand daarop wordt aangesproken.
Het boek is een behoorlijk dikke pil van 440 pagina's en bestaat uit twee delen, waarvan het eerste deel zich tijdens Balistreri’s jeugd afspeelt in het Libië van de jaren 60 en het tweede deel in Rome in het begin van de jaren 80. Vooral het eerste deel is de moeite waard om te lezen. De manier waarop de Libische samenleving wordt beschreven toen het nog een Italiaanse kolonie was is bijzonder fraai gedaan. De jeugd van Balistreri, het politieke gekonkel van de Italiaanse machthebbers, de opkomst van Khaddafi geven veel kleur aan het verhaal. Het tweede deel dat zich ruim twintig jaar later in Rome afspeelt valt daarbij vergeleken echter toch iets tegen en ontstijgt net niet helemaal het niveau van een standaard politieroman. Er zitten weliswaar een paar humoristische momenten in als Balistreri zich geconfronteerd ziet met allerlei nieuwe opsporingstechnieken die dan nog inde kinderschoenen staan, zoals het gebruik van PC’s en DNA, maar het niveau van het eerste deel wordt helaas niet meer gehaald. Samen met het open einde van het boek en het ontbreken van een echte apotheose leverde dat voor mij helaas een wat onbevredigd gevoel op.