Het kan bijna niet anders of de Vlaamse auteur Christian De Coninck heeft het honderdste gedenkjaar van de beëindiging van de ‘Grote Oorlog’ (WOI 1914-1918), als goede aanleiding gezien voor zijn laatstverschenen boek Dodenmars. Deze oorlog wordt internationaal ook wel gezien als de opmaat naar WOII. Nederland had zich destijds als neutraal land gepositioneerd maar in België was dat geheel anders. In dit verhaal geen Stijn Goris en Stef Pauwels als vaste protagonisten van De Coninck maar wel nationale helden en strijders voor de vrijheid van België.

Een deel van Europa is in oorlog met Duitsland dat zijn zinnen heeft gezet op Frankrijk dat hevig tegenstand biedt. De Vlaamse gemeenschap voelt zich ongelijk behandeld omdat het Belgische front voornamelijk door Vlamingen wordt bezet en Walen hiervan verschoond blijven. Cyriel De Cruyenaere is ordonnans van kolonel Lodewijk Pynaert. Niet van zijn meerdere maar wel door zijn dochter Antoinette Pynaert razen de hormonen bij Cyriel door zijn lichaam en maakt hem tot een grote loslopende testosteronbom. De ontluikende liefde ontgaan de ouders van Antoinette niet maar luitenant Jean-Philippe de Lavergnies lijkt een tijdelijke oplossing voor het probleem te komen brengen. Ontboden door koning Albert vanwege de spoorloze verdwijning van twee officieren, vertrekken Lodewijk en Cyriel naar het verblijf van de koning en is het voorlopig over met de liefde en kunnen de hormonen tot rust komen. Maar vergeten doen ze elkaar niet. Bij het betreden van het tijdelijke verblijf van de koning, valt Lodewijk de slechte beveiliging van de vorst op, ontslaat om die reden de verantwoordelijke commandant en benoemt Ludo De Jonghe met zijn manschappen op de opengevallen plek. Daarna start het onderzoek naar de verdwenen officieren…

Het verhaal speelt zich volledig af in de periode dat Duitsland haar macht over Frankrijk wil afdwingen. In buurland België overheersen de Walen min of meer de Vlamingen waardoor de laatste groep zich niet eerlijk behandeld vindt worden. Feitelijk wordt België gemangeld tussen de twee Europese grootmachten en aan de overzijde van de Noordzee kijkt Engeland nauwlettend toe wat er staat te gebeuren op het Europese vasteland. Over en weer pogen de spionnen het informatieniveau op peil te houden
 

‘Nu is het zo dat er in België een netwerk bestaat dat spioneert ten voordele van de Britten. Zij geven voornamelijk informatie door van Duitse troepen. Dat helpt de Britten om hun strategie aan te passen’

Het zoeken naar de verdwenen officieren wil nog niet erg vlotten en als Cyriel iemands vertrek moet observeren komt ook hij niet meer terug. Lodewijk’s reactie neigt naar radeloosheid en hij vermoedt dat de oorzaak binnen de Belgische natie gezocht moet worden. Een diepliggend probleem dat voortkomt uit de onenigheid tussen beide gemeenschappen.

Tegen een donkere en dreigende achtergrond van de oorlog geeft De Coninck een heldere inkijk in het België en haar verscheurde en verdeelde bevolking van begin twintigste eeuw. Met veel historisch gedachtengoed weet hij nauwkeurig de vinger op de pijnlijke plekken van dit land te leggen. Grote achterdocht van Vlamingen naar de Franstalige Walen die zich uiteindelijk bedreigt zien in hun zelfstandig voortbestaan en daar wel iets voor over hebben om dat te voorkomen. Een zeer gevaarlijk en dreigend complot lijkt aan dit alles ten grondslag te liggen. De benaming ‘misdaadroman’ kan in dit verband beter worden vervangen door ‘historische roman’, dat komt beter tot zijn recht, mits het fictieve deel niet overheerst. Maar dat onderscheid is voor de trouwe lezer nauwelijks te maken.