De spionagethriller en John le Carré. De twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De Brit schreef in zijn loopbaan tientallen boeken, bewoond door simpele ambtenaren van inlichtingendiensten die hard werken om hun land tegen de vijand te verdedigen. Tot begin jaren negentig was dat voor Le Carré het communistische Sovjet-Unie. Daarna werden het andere tegenstanders zoals het moslimterrorisme. In 2013 verbaasde hij de wereld eens te meer met het met lovende kritieken overladen Een broze waarheid. Maar ooit was Le Carré nog onbekend en besloot hij een boek te schrijven over een spion in het grauwe Oost-Duitsland. Sindsdien is hij een bestsellerauteur.
Het is 1963. De Koude Oorlog is kouder dan ooit. Oost en West staan lijnrecht tegenover elkaar. De Cubacrisis heeft eens te meer laten zien hoe dicht de wereld bij een allesvernietigende oorlog staat. In Oost-Berlijn is net een hoge ambtenaar van de Britse inlichtingendienst vermoord. MI6 zint op wraak. Ze willen de dader in een hinderlaag lokken en daarvoor moet een lokaas worden uitgegooid: dit is Alec Leamas. Wat volgt is een kat-en-muisspel in het asgrauwe en sombere Oost-Duitsland.
Op zich is bovenstaande een simpel plot. Maar de manier hoe le Carré de spanning opvoert en ook het leven ‘achter de muur’ beschrijft, is fenomenaal. Je waant je in het communistische land waar alles en iedereen oren heeft. Voor een westerse spion levensgevaarlijk gebied, helemaal voor iemand met eigen zorgen en een paar kilo’s teveel aan het lijf. Want Leamas is niet een James Bond achtige spion: nee, het is die buurman die elke week met z’n zware gemoedstoestand de vuilnisbak aan de weg zet. Je hebt bijna medelijden met hem. Een mislukking lijkt in de lucht te hangen…het is het type spion dat na dit boek bijna het handelsmerk werd van le Carré.
Spion aan de muur is het beste werk dat over de Koude Oorlog verhaalt. Het geeft een prachtig beeld van die onzekere tijd en de invloed van mislukt communisme op een land en haar inwoners. Als je van spionagethrillers houdt is dit echt verplichte kost. Maar eigenlijk ook voor de liefhebbers van thrillers in het algemeen. Spion aan de muur gaat over een stuk geschiedenis en is zelf inmiddels ook geschiedenis. Het is een prachtig en spannend verhaal.

Het is 1963. De Koude Oorlog is kouder dan ooit. Oost en West staan lijnrecht tegenover elkaar. De Cubacrisis heeft eens te meer laten zien hoe dicht de wereld bij een allesvernietigende oorlog staat. In Oost-Berlijn is net een hoge ambtenaar van de Britse inlichtingendienst vermoord. MI6 zint op wraak. Ze willen de dader in een hinderlaag lokken en daarvoor moet een lokaas worden uitgegooid: dit is Alec Leamas. Wat volgt is een kat-en-muisspel in het asgrauwe en sombere Oost-Duitsland.
Op zich is bovenstaande een simpel plot. Maar de manier hoe le Carré de spanning opvoert en ook het leven ‘achter de muur’ beschrijft, is fenomenaal. Je waant je in het communistische land waar alles en iedereen oren heeft. Voor een westerse spion levensgevaarlijk gebied, helemaal voor iemand met eigen zorgen en een paar kilo’s teveel aan het lijf. Want Leamas is niet een James Bond achtige spion: nee, het is die buurman die elke week met z’n zware gemoedstoestand de vuilnisbak aan de weg zet. Je hebt bijna medelijden met hem. Een mislukking lijkt in de lucht te hangen…het is het type spion dat na dit boek bijna het handelsmerk werd van le Carré.
Spion aan de muur is het beste werk dat over de Koude Oorlog verhaalt. Het geeft een prachtig beeld van die onzekere tijd en de invloed van mislukt communisme op een land en haar inwoners. Als je van spionagethrillers houdt is dit echt verplichte kost. Maar eigenlijk ook voor de liefhebbers van thrillers in het algemeen. Spion aan de muur gaat over een stuk geschiedenis en is zelf inmiddels ook geschiedenis. Het is een prachtig en spannend verhaal.