We schrijven 2044, een tijd waarin het op zijn zachtst gezegd niet zo goed met de aarde gaat. Oorlogen op wereldwijde schaal, een fors tekort aan brandstoffen en schrijnende armoede voor grote delen van de bevolking. Gelukkig is er een manier om aan deze dagelijkse realiteit te ontsnappen door middel van een online game, waarin een complete virtuele wereld is gebouwd.
Als James Halliday, de bedenker van het spel, overlijdt laat hij via zijn testament weten dat er drie zogenaamde sleutels in het spel verborgen zitten. Om deze sleutels te vinden moeten er allerlei raadsels worden opgelost waarvan de aanwijzingen te vinden zijn in de pop- en gamegeschiedenis van de jaren 80. Degene die deze sleutels als eerste weet te vinden krijgt het hele vermogen van Halliday. Eén van de deelnemers aan het spel is Wade Watts. Wade is een schuchtere, sociaal nogal onhandige 18-jarige jongeman die alle reden heeft om een virtuele wereld te verkiezen boven de echte.
Voordat ik aan het boek begon had ik al van allerlei commentaren begrepen dat het boek een feest van herkenning zou zijn voor de lezers die nog bewust de jaren '80 hebben meegemaakt en laat ik nou net één van die lezers zijn. Ik heb mijn tienerjaren in de jaren '80 meegemaakt, ben mij in die tijd bewust geworden van de popmuziek en heb in die tijd – dacht ik – heel wat computerspelletjes gespeeld. Ik zou dus goed beslagen ten ijs komen. Dat viel in de praktijk echter nog best mee. Of tegen. Het is maar net hoe je er naar wilt kijken. Er komen aardig wat nummers van popbands voorbij, maar ze vormen eigenlijk niet veel meer dan een voetnoot (soms zelfs letterlijk) voor het verhaal. Veel belangrijker zijn de diverse computergames die in de jaren 80 werden gespeeld, en een heel aantal bleek ik toch niet te kennen. Pacman en Dungeons & Dragons waren nog goed te doen, maar je moet toch wel een behoorlijk grote computernerd zijn als je de rest ook nog kent. Gelukkig loodst Ernest Cline door zijn vlotte en aantrekkelijke schrijfstijl de lezer tamelijk moeiteloos door alle informatie uit die tijd heen en weet hij het ook nog redelijk spannend te houden. Ik zag de virtuele wereld waarin het merendeel van het verhaal zich afspeelde vrij gemakkelijk voor ogen en er zit ook nog een lekker vette slechterik in. De romance die tussen Wade Watts en een vrouwelijke avatar ontstaat had van mij achterwege mogen worden gelaten (ik zat niet echt op een verliefdheid van een puberende gamende tiener te wachten), maar het zij Ernest Cline vergeven. Al met al gewoon een lekker escapistisch boek, vlot geschreven en met een wat mij betreft origineel verhaal.
Als James Halliday, de bedenker van het spel, overlijdt laat hij via zijn testament weten dat er drie zogenaamde sleutels in het spel verborgen zitten. Om deze sleutels te vinden moeten er allerlei raadsels worden opgelost waarvan de aanwijzingen te vinden zijn in de pop- en gamegeschiedenis van de jaren 80. Degene die deze sleutels als eerste weet te vinden krijgt het hele vermogen van Halliday. Eén van de deelnemers aan het spel is Wade Watts. Wade is een schuchtere, sociaal nogal onhandige 18-jarige jongeman die alle reden heeft om een virtuele wereld te verkiezen boven de echte.
Voordat ik aan het boek begon had ik al van allerlei commentaren begrepen dat het boek een feest van herkenning zou zijn voor de lezers die nog bewust de jaren '80 hebben meegemaakt en laat ik nou net één van die lezers zijn. Ik heb mijn tienerjaren in de jaren '80 meegemaakt, ben mij in die tijd bewust geworden van de popmuziek en heb in die tijd – dacht ik – heel wat computerspelletjes gespeeld. Ik zou dus goed beslagen ten ijs komen. Dat viel in de praktijk echter nog best mee. Of tegen. Het is maar net hoe je er naar wilt kijken. Er komen aardig wat nummers van popbands voorbij, maar ze vormen eigenlijk niet veel meer dan een voetnoot (soms zelfs letterlijk) voor het verhaal. Veel belangrijker zijn de diverse computergames die in de jaren 80 werden gespeeld, en een heel aantal bleek ik toch niet te kennen. Pacman en Dungeons & Dragons waren nog goed te doen, maar je moet toch wel een behoorlijk grote computernerd zijn als je de rest ook nog kent. Gelukkig loodst Ernest Cline door zijn vlotte en aantrekkelijke schrijfstijl de lezer tamelijk moeiteloos door alle informatie uit die tijd heen en weet hij het ook nog redelijk spannend te houden. Ik zag de virtuele wereld waarin het merendeel van het verhaal zich afspeelde vrij gemakkelijk voor ogen en er zit ook nog een lekker vette slechterik in. De romance die tussen Wade Watts en een vrouwelijke avatar ontstaat had van mij achterwege mogen worden gelaten (ik zat niet echt op een verliefdheid van een puberende gamende tiener te wachten), maar het zij Ernest Cline vergeven. Al met al gewoon een lekker escapistisch boek, vlot geschreven en met een wat mij betreft origineel verhaal.
Image
Marinus van de Velde
Ik ben Marinus van de Velde, van bouwjaar 1984. Ik mag mezelf de eigenaar noemen van ThrillZone! Ik lees al van jongs af aan. Mijn interesses liggen breed; Scandi, Nederlandstalig, spionage, maar ik vind Baldacci en Lee Child bijvoorbeeld ook geweldig. Lezen voor ThrillZone betekent soms het oprekken van je comfortzone en dat lukt goed!
Als James Halliday, de bedenker van het spel, overlijdt laat hij via zijn testament weten dat er drie zogenaamde sleutels in het spel verborgen zitten. Om deze sleutels te vinden moeten er allerlei raadsels worden opgelost waarvan de aanwijzingen te vinden zijn in de pop- en gamegeschiedenis van de jaren 80. Degene die deze sleutels als eerste weet te vinden krijgt het hele vermogen van Halliday. Eén van de deelnemers aan het spel is Wade Watts. Wade is een schuchtere, sociaal nogal onhandige 18-jarige jongeman die alle reden heeft om een virtuele wereld te verkiezen boven de echte.
Voordat ik aan het boek begon had ik al van allerlei commentaren begrepen dat het boek een feest van herkenning zou zijn voor de lezers die nog bewust de jaren '80 hebben meegemaakt en laat ik nou net één van die lezers zijn. Ik heb mijn tienerjaren in de jaren '80 meegemaakt, ben mij in die tijd bewust geworden van de popmuziek en heb in die tijd – dacht ik – heel wat computerspelletjes gespeeld. Ik zou dus goed beslagen ten ijs komen. Dat viel in de praktijk echter nog best mee. Of tegen. Het is maar net hoe je er naar wilt kijken. Er komen aardig wat nummers van popbands voorbij, maar ze vormen eigenlijk niet veel meer dan een voetnoot (soms zelfs letterlijk) voor het verhaal. Veel belangrijker zijn de diverse computergames die in de jaren 80 werden gespeeld, en een heel aantal bleek ik toch niet te kennen. Pacman en Dungeons & Dragons waren nog goed te doen, maar je moet toch wel een behoorlijk grote computernerd zijn als je de rest ook nog kent. Gelukkig loodst Ernest Cline door zijn vlotte en aantrekkelijke schrijfstijl de lezer tamelijk moeiteloos door alle informatie uit die tijd heen en weet hij het ook nog redelijk spannend te houden. Ik zag de virtuele wereld waarin het merendeel van het verhaal zich afspeelde vrij gemakkelijk voor ogen en er zit ook nog een lekker vette slechterik in. De romance die tussen Wade Watts en een vrouwelijke avatar ontstaat had van mij achterwege mogen worden gelaten (ik zat niet echt op een verliefdheid van een puberende gamende tiener te wachten), maar het zij Ernest Cline vergeven. Al met al gewoon een lekker escapistisch boek, vlot geschreven en met een wat mij betreft origineel verhaal.