Ik ben een groot liefhebber van Stephen King en dat maakt het voor mij altijd nogal lastig om met een ongekleurde bril naar zijn boeken te kijken. Al moet ik toegeven dat zijn hoogtijdagen al weer van een aardige tijd geleden lijken te zijn. Mijn favorieten blijven toch De Beproeving (1978), Het (1986) en Bezeten Stad (1975). Boeken die hij alweer een behoorlijke poos geleden heeft geschreven. Toch blijft elk nieuw boek van de grootmeester weer iets om naar uit te kijken. Zeker nu de uitgever Luitingh-Sijthoff elk nieuw te verschijnen boek ook in een luxe genummerde hardcover editie uitbrengt. Dat maakt het voor de verzamelaar natuurlijk extra bijzonder. Ondertussen blijft hij elk jaar weer met nieuwe titels komen, hetgeen toch bewondering opwekt. Elk jaar weer een nieuw boek, al decennialang, waar haalt hij die inspiratie vandaan?
De Eerlijke Vinder is het tweede deel van een trilogie dat met Mr. Mercedes is begonnen. De hoofdpersonages zijn privé-detective Bill Hodges, die enkele jaren eerder geleden met pensioen is gegaan bij de politie, de zwarte tiener Jerome en de enigszins autistisch aangelegde en contactgestoorde Holly. Het duurt overigens wel even voordat dit onwaarschijnlijke trio in dit tweede deel in beeld komt. Pas bij pagina 141, iets voor het halverwegepunt van dit boek, doet Bill Hodges voor het eerst zijn intrede. Het boek begint in 1978 met de moord op een roemruchte schrijver, John Rothstein. De moordenaar, Morris Bellamy, neemt het de schrijver bijzonder kwalijk dat Rothstein niet alleen met schrijven is gestopt, maar ook dat diens serie niet naar zijn smaak eindigde. Ongetwijfeld zullen sommigen op dit punt denken: Hee, lijkt dat niet een beetje op Misery? Ook dat ging immers over een gestoorde fan van een schrijver. Toch zijn het twee heel verschillende boeken. Bij De Eerlijke Vinder wordt het fanatisme van Morris Bellamy enkel als kapstok gebruikt voor de rest van het verhaal. Nadat hij de schrijver heeft vermoord vindt Bellamy een stapel aantekenboekjes met ongepubliceerd materiaal en verbergt zijn buit op een plek waarvan hij zeker weet dat deze veilig is. Morris Bellamy wordt echter niet veel later veroordeeld voor een andere misdaad en gaat meer dan dertig jaar de gevangenis in. Vlak voordat hij vrij komt, stuit Pete Saubers, een elfjarige jongen, bij toeval op de buit en hij besluit om het geld anoniem aan zijn ouders te geven. Zijn ouders zitten namelijk financieel aan de grond als gevolg van de financiële crisis in Amerika en doordat zijn vader invalide is geraakt door de aanslag die Brady Hartsfield, de killer uit Mr. Mercedes, heeft gepleegd. De aantekenboekjes bewaart Peter voor zichzelf. Als Morris vrijkomt en hij er achter komt dat Peter er met de aantekenboekjes vandoor is, is deze zijn leven niet langer veilig. Gelukkig is er op dat moment Bill Hodges met zijn team die Peter te hulp komt.
Het duurt even voordat Stephen King al zijn schaakstukken op het bord heeft gezet. Pas als Morris Bellamy vrij komt en Bill Hodges ten tonele verschijnt, komt het verhaal lekker op stoom. Een echte nagelbijtend spannende King wordt het echter niet. Het boek leest meer als een lekker lopende actiethriller, zonder de gebruikelijke stijlelementen van King. Verwacht hier geen psychologische terreur, melancholische beschouwingen of allerlei verwijzingen naar de huidige popcultuur. Even denk je dat King een interessante boom op gaat zetten over de waarde van literatuur en de rol van de jeugd hierin, maar dat wordt eigenlijk verder niet echt uitgewerkt. Gelukkig heeft King met Bill en zijn team aansprekende en menselijke hoofdpersonen gecreëerd, die ons als lezer na aan het hart staan. Morris Bellamy is een lekker vet aangezette schurk, die geen grijze kanten heeft, maar gewoon lekker zwart is. Door zijn onvoorspelbaarheid is hij een vijand die bovendien indruk achterlaat. Aan het einde van het boek vraag je je af in hoeverre King zelf met dit soort stalkers te maken heeft gehad. Je wenst dit soort 'fans' toch aan geen enkele schrijver toe.
Image
Serie
Mr. Mercedes
Auteur(s)
Stephen King
Uitgeverij(en)
Lutingh-Sijthoff
Publication year
Thrillzone score
Review date
5 April 2016
Categories
Thriller
Share this review
Image
Redactie
De Eerlijke Vinder is het tweede deel van een trilogie dat met Mr. Mercedes is begonnen. De hoofdpersonages zijn privé-detective Bill Hodges, die enkele jaren eerder geleden met pensioen is gegaan bij de politie, de zwarte tiener Jerome en de enigszins autistisch aangelegde en contactgestoorde Holly. Het duurt overigens wel even voordat dit onwaarschijnlijke trio in dit tweede deel in beeld komt. Pas bij pagina 141, iets voor het halverwegepunt van dit boek, doet Bill Hodges voor het eerst zijn intrede. Het boek begint in 1978 met de moord op een roemruchte schrijver, John Rothstein. De moordenaar, Morris Bellamy, neemt het de schrijver bijzonder kwalijk dat Rothstein niet alleen met schrijven is gestopt, maar ook dat diens serie niet naar zijn smaak eindigde. Ongetwijfeld zullen sommigen op dit punt denken: Hee, lijkt dat niet een beetje op Misery? Ook dat ging immers over een gestoorde fan van een schrijver. Toch zijn het twee heel verschillende boeken. Bij De Eerlijke Vinder wordt het fanatisme van Morris Bellamy enkel als kapstok gebruikt voor de rest van het verhaal. Nadat hij de schrijver heeft vermoord vindt Bellamy een stapel aantekenboekjes met ongepubliceerd materiaal en verbergt zijn buit op een plek waarvan hij zeker weet dat deze veilig is. Morris Bellamy wordt echter niet veel later veroordeeld voor een andere misdaad en gaat meer dan dertig jaar de gevangenis in. Vlak voordat hij vrij komt, stuit Pete Saubers, een elfjarige jongen, bij toeval op de buit en hij besluit om het geld anoniem aan zijn ouders te geven. Zijn ouders zitten namelijk financieel aan de grond als gevolg van de financiële crisis in Amerika en doordat zijn vader invalide is geraakt door de aanslag die Brady Hartsfield, de killer uit Mr. Mercedes, heeft gepleegd. De aantekenboekjes bewaart Peter voor zichzelf. Als Morris vrijkomt en hij er achter komt dat Peter er met de aantekenboekjes vandoor is, is deze zijn leven niet langer veilig. Gelukkig is er op dat moment Bill Hodges met zijn team die Peter te hulp komt.
Het duurt even voordat Stephen King al zijn schaakstukken op het bord heeft gezet. Pas als Morris Bellamy vrij komt en Bill Hodges ten tonele verschijnt, komt het verhaal lekker op stoom. Een echte nagelbijtend spannende King wordt het echter niet. Het boek leest meer als een lekker lopende actiethriller, zonder de gebruikelijke stijlelementen van King. Verwacht hier geen psychologische terreur, melancholische beschouwingen of allerlei verwijzingen naar de huidige popcultuur. Even denk je dat King een interessante boom op gaat zetten over de waarde van literatuur en de rol van de jeugd hierin, maar dat wordt eigenlijk verder niet echt uitgewerkt. Gelukkig heeft King met Bill en zijn team aansprekende en menselijke hoofdpersonen gecreëerd, die ons als lezer na aan het hart staan. Morris Bellamy is een lekker vet aangezette schurk, die geen grijze kanten heeft, maar gewoon lekker zwart is. Door zijn onvoorspelbaarheid is hij een vijand die bovendien indruk achterlaat. Aan het einde van het boek vraag je je af in hoeverre King zelf met dit soort stalkers te maken heeft gehad. Je wenst dit soort 'fans' toch aan geen enkele schrijver toe.