Als in 2012 de roman De waarheid over de zaak Harry Quebert uitkomt kunnen zowel Joël Dicker als zijn uitgever en mentor Bernard de Fallois niet vermoeden wat dit boek voor impact op beide levens zou hebben. Vertaald in 30 talen en overladen met prijzen is Dicker binnen een mum van tijd de gevierde man.
Is het een zegen om direct zoveel succes te hebben met je eerste roman? Als het tweede boek uitkomt zijn de verwachtingen torenhoog. En als Het boek van de Baltimors dan tegenvalt, begint het gemor. En als het derde boek, De verdwijning van Stephanie Mailer, nog slechtere kritieken krijgt, worden de pennen gescherpt en blijft er niet veel over van zijn opgebouwde credit.
Het mysterie van kamer 622, welke in 2020 is uitgekomen en net als al zijn vorige werken is vertaald door Manik Sarkar, moet Dicker terugbrengen in de rangen waar hij zich bevond na zijn eerste boek. Degenen die de Zwitserse schrijver al een beetje hadden af geserveerd, zullen zij gedeeltelijk op hun conclusies terug moeten komen. Gedeeltelijk, want Dicker heeft een kans voor open doel laten liggen om deze critici definitief de mond te snoeren.
Aan het begin van de zomer van 2018 brengt een schrijver zijn vakantie door in het Palace de Verbier in de Zwitserse Alpen. Hij verblijft in kamer 623 en verbaast zich erover dat de kamer naast hem nummer 621 bis heeft.
Langzamerhand wordt duidelijk dat jaren eerder een moord is gepleegd in kamer 622, waarvan het politieonderzoek nooit is afgerond. De schrijver besluit zich volledig op de onopgeloste moord te storten: wat gebeurde er twintig jaar eerder in kamer 622.
In Het mysterie van kamer 622 neemt de schrijver zijn lezers mee in de wereld van bankiers, overweldigende rijkdom, afgunst en smerige spelletjes. Maar ook over gekonkel om posities op de hoogste trede van de ladder. Joël Dicker kan sommige personages prachtig omschrijven en die zijn dan ook met weinig tekst zonneklaar. Maar bij sommigen, zoals zijn hoofdpersonage Macaire Ebezner, is de omschrijving vrij verwarrend. Zo is deze Macaire in het verhaal een geheim agent van P30, maar zodra er even wat tegenslag in zijn leven om de hoek komt kijken raakt hij compleet in paniek. Niet echt een prototype wat je voor een geheime dienst zoekt.
Dicker bouwt zijn verhaal in mooie laagjes op. Hij verwerkt wat persoonlijke anekdotes over zijn in 2018 overleden uitgever, vriend en leermeester Bernard de Fallois is zijn boek, wat heel goed uitpakt. Hij weet in het grootste gedeelte van het boek een prachtig verhaal op te bouwen. Hij gaat terug in de tijd, maar dat is nooit storend en altijd in lijn van het verhaal en alles is daar om van Het mysterie van kamer 622 een grandioos boek te maken.
Maar als hij onthult wie nu eigenlijk in kamer 622 is vermoord, gaat hij met allerlei plottwists aan de gang die het zo stevig neergezette verhaal onderuithalen. Sommige draaien die hij aan zijn verhaal geeft zijn zo tegenstrijdig dat het bijna ongeloofwaardig wordt. Als hij eenmaal in deze modus zit dan lijkt het alsof hij de gedachte van zijn oorspronkelijke verhaal kwijtraakt.
Tegen het einde van het boek herpakt hij zich, maar dan is het kwaad al geschiet en moet hij alle zeilen bijzetten om de meubels nog te redden. Dat dit uiteindelijk nog wel lukt heeft met name te maken met de laatste vier bladzijden van dit verhaal. Hierin laat hij zien dat er een geweldige auteur in hem schuilgaat. Joël Dicker heeft met Het mysterie van kamer 622 gedeeltelijk zijn critici de mond gesnoerd, maar hij had een mokerslag kunnen uitdelen.
Is het een zegen om direct zoveel succes te hebben met je eerste roman? Als het tweede boek uitkomt zijn de verwachtingen torenhoog. En als Het boek van de Baltimors dan tegenvalt, begint het gemor. En als het derde boek, De verdwijning van Stephanie Mailer, nog slechtere kritieken krijgt, worden de pennen gescherpt en blijft er niet veel over van zijn opgebouwde credit.
Het mysterie van kamer 622, welke in 2020 is uitgekomen en net als al zijn vorige werken is vertaald door Manik Sarkar, moet Dicker terugbrengen in de rangen waar hij zich bevond na zijn eerste boek. Degenen die de Zwitserse schrijver al een beetje hadden af geserveerd, zullen zij gedeeltelijk op hun conclusies terug moeten komen. Gedeeltelijk, want Dicker heeft een kans voor open doel laten liggen om deze critici definitief de mond te snoeren.
Aan het begin van de zomer van 2018 brengt een schrijver zijn vakantie door in het Palace de Verbier in de Zwitserse Alpen. Hij verblijft in kamer 623 en verbaast zich erover dat de kamer naast hem nummer 621 bis heeft.
Langzamerhand wordt duidelijk dat jaren eerder een moord is gepleegd in kamer 622, waarvan het politieonderzoek nooit is afgerond. De schrijver besluit zich volledig op de onopgeloste moord te storten: wat gebeurde er twintig jaar eerder in kamer 622.
In Het mysterie van kamer 622 neemt de schrijver zijn lezers mee in de wereld van bankiers, overweldigende rijkdom, afgunst en smerige spelletjes. Maar ook over gekonkel om posities op de hoogste trede van de ladder. Joël Dicker kan sommige personages prachtig omschrijven en die zijn dan ook met weinig tekst zonneklaar. Maar bij sommigen, zoals zijn hoofdpersonage Macaire Ebezner, is de omschrijving vrij verwarrend. Zo is deze Macaire in het verhaal een geheim agent van P30, maar zodra er even wat tegenslag in zijn leven om de hoek komt kijken raakt hij compleet in paniek. Niet echt een prototype wat je voor een geheime dienst zoekt.
Dicker bouwt zijn verhaal in mooie laagjes op. Hij verwerkt wat persoonlijke anekdotes over zijn in 2018 overleden uitgever, vriend en leermeester Bernard de Fallois is zijn boek, wat heel goed uitpakt. Hij weet in het grootste gedeelte van het boek een prachtig verhaal op te bouwen. Hij gaat terug in de tijd, maar dat is nooit storend en altijd in lijn van het verhaal en alles is daar om van Het mysterie van kamer 622 een grandioos boek te maken.
Maar als hij onthult wie nu eigenlijk in kamer 622 is vermoord, gaat hij met allerlei plottwists aan de gang die het zo stevig neergezette verhaal onderuithalen. Sommige draaien die hij aan zijn verhaal geeft zijn zo tegenstrijdig dat het bijna ongeloofwaardig wordt. Als hij eenmaal in deze modus zit dan lijkt het alsof hij de gedachte van zijn oorspronkelijke verhaal kwijtraakt.
Tegen het einde van het boek herpakt hij zich, maar dan is het kwaad al geschiet en moet hij alle zeilen bijzetten om de meubels nog te redden. Dat dit uiteindelijk nog wel lukt heeft met name te maken met de laatste vier bladzijden van dit verhaal. Hierin laat hij zien dat er een geweldige auteur in hem schuilgaat. Joël Dicker heeft met Het mysterie van kamer 622 gedeeltelijk zijn critici de mond gesnoerd, maar hij had een mokerslag kunnen uitdelen.
Image
Marinus van de Velde
Ik ben Marinus van de Velde, van bouwjaar 1984. Ik mag mezelf de eigenaar noemen van ThrillZone! Ik lees al van jongs af aan. Mijn interesses liggen breed; Scandi, Nederlandstalig, spionage, maar ik vind Baldacci en Lee Child bijvoorbeeld ook geweldig. Lezen voor ThrillZone betekent soms het oprekken van je comfortzone en dat lukt goed!
Is het een zegen om direct zoveel succes te hebben met je eerste roman? Als het tweede boek uitkomt zijn de verwachtingen torenhoog. En als Het boek van de Baltimors dan tegenvalt, begint het gemor. En als het derde boek, De verdwijning van Stephanie Mailer, nog slechtere kritieken krijgt, worden de pennen gescherpt en blijft er niet veel over van zijn opgebouwde credit.
Het mysterie van kamer 622, welke in 2020 is uitgekomen en net als al zijn vorige werken is vertaald door Manik Sarkar, moet Dicker terugbrengen in de rangen waar hij zich bevond na zijn eerste boek. Degenen die de Zwitserse schrijver al een beetje hadden af geserveerd, zullen zij gedeeltelijk op hun conclusies terug moeten komen. Gedeeltelijk, want Dicker heeft een kans voor open doel laten liggen om deze critici definitief de mond te snoeren.
Aan het begin van de zomer van 2018 brengt een schrijver zijn vakantie door in het Palace de Verbier in de Zwitserse Alpen. Hij verblijft in kamer 623 en verbaast zich erover dat de kamer naast hem nummer 621 bis heeft.
Langzamerhand wordt duidelijk dat jaren eerder een moord is gepleegd in kamer 622, waarvan het politieonderzoek nooit is afgerond. De schrijver besluit zich volledig op de onopgeloste moord te storten: wat gebeurde er twintig jaar eerder in kamer 622.
In Het mysterie van kamer 622 neemt de schrijver zijn lezers mee in de wereld van bankiers, overweldigende rijkdom, afgunst en smerige spelletjes. Maar ook over gekonkel om posities op de hoogste trede van de ladder. Joël Dicker kan sommige personages prachtig omschrijven en die zijn dan ook met weinig tekst zonneklaar. Maar bij sommigen, zoals zijn hoofdpersonage Macaire Ebezner, is de omschrijving vrij verwarrend. Zo is deze Macaire in het verhaal een geheim agent van P30, maar zodra er even wat tegenslag in zijn leven om de hoek komt kijken raakt hij compleet in paniek. Niet echt een prototype wat je voor een geheime dienst zoekt.
Dicker bouwt zijn verhaal in mooie laagjes op. Hij verwerkt wat persoonlijke anekdotes over zijn in 2018 overleden uitgever, vriend en leermeester Bernard de Fallois is zijn boek, wat heel goed uitpakt. Hij weet in het grootste gedeelte van het boek een prachtig verhaal op te bouwen. Hij gaat terug in de tijd, maar dat is nooit storend en altijd in lijn van het verhaal en alles is daar om van Het mysterie van kamer 622 een grandioos boek te maken.
Maar als hij onthult wie nu eigenlijk in kamer 622 is vermoord, gaat hij met allerlei plottwists aan de gang die het zo stevig neergezette verhaal onderuithalen. Sommige draaien die hij aan zijn verhaal geeft zijn zo tegenstrijdig dat het bijna ongeloofwaardig wordt. Als hij eenmaal in deze modus zit dan lijkt het alsof hij de gedachte van zijn oorspronkelijke verhaal kwijtraakt.
Tegen het einde van het boek herpakt hij zich, maar dan is het kwaad al geschiet en moet hij alle zeilen bijzetten om de meubels nog te redden. Dat dit uiteindelijk nog wel lukt heeft met name te maken met de laatste vier bladzijden van dit verhaal. Hierin laat hij zien dat er een geweldige auteur in hem schuilgaat. Joël Dicker heeft met Het mysterie van kamer 622 gedeeltelijk zijn critici de mond gesnoerd, maar hij had een mokerslag kunnen uitdelen.