De strijd van de Verenigde Staten tegen één man heeft inmiddels tientallen boeken en films opgeleverd. Het is een dankbaar onderwerp voor schrijvers en filmmakers en spreekt nog steeds tot de verbeelding. Hoe kon “UBL”, Osama bin Laden, na 9/11 bijna tien jaar uit handen van het machtigste land ter wereld blijven? Gary Berntsen stond in de frontlinies, direct voor en na de aanslagen van 11 september en licht een tipje van de sluier op. Ingrediënten: bureaucratie, machtstrijd, niet willen beslissen, politiek, maar ook corruptie. De nachtmerrie voor een pragmatische inlichtingenofficier, zo blijkt uit het relaas dat “Jawbreaker” heet.
Berntsen was vele jaren werkzaam voor de CIA, de Amerikaanse geheime dienst. In de eerste jaren streed hij tegen de toenmalige Sovjet-Unie en in Zuid-Amerika, maar eind jaren negentig kwam een nieuwe vijand in beeld: een man met een lange baard, afkomstig uit Saoedi-Arabië. De rest van de geschiedenis kennen we. Jawbreaker verhaalt over Berntsen en zijn gelijknamige team dat direct na de aanslagen van 9/11 naar Afghanistan worden gestuurd om op bin Laden te jagen. Zijn verhaal staat bol van avonturen: de samenwerking met de Noordelijke Alliantie is een verhaal an sich. De stamhoofden vechten niet voor Amerika, maar voor zichzelf en hun eigen macht. Geld is een wondermiddel in Afghanistan en kan mensen voor je winnen, maar de volgende dag kunnen ze ook vechten voor de andere hoogste bieder. En dan is er nog het onherbergzame terrein van Tora Bora, waar bin Laden zich verstopt zou hebben. Berntsen en zijn team zijn verscheidene malen dichtbij UBL maar weten hem steeds net niet te pakken te krijgen. Frustrerend voor het “Jawbreaker” team en Berntsen steekt dit niet onder banken of stoelen. Dit is waarschijnlijk mede de reden waarom de CIA zo tegen publicatie van dit boek was. Voordat het bij een uitgever belandde, werd de tekst door de inlichtingendienst geredigeerd. Resultaat: een hoop zwart doorgehaalde zinnen die niet meer leesbaar zijn in het boek.
Berntsen schreef het boek samen met Ralph Pezzullo, een voormalig journalist. Jawbreaker sluit redelijk goed aan op de al bekende informatie over de strijd in Afghanistan zoals de corruptie en invloed van politiek op de missie. Wat het boek onderscheidt, is dat het een ooggetuigenverslag is vanaf de grond. De fragiele bondgenootschappen met corrupte en machtsbeluste stamhoofden om tegen de Taliban te vechten, de jacht op terroristen (shoot to kill), de opstand in een gevangenis vol Taliban en de uiteindelijke jacht op bin Laden in Tora Bora, de spanning en authenticiteit druipen er vanaf. Berntsen steekt zijn mening op de politieke invloed op de CIA missie niet onder banken of stoelen. De jacht op de baas van Al-Qaida had, als het aan Berntsen had gelegen, niet tien jaar hoeven duren. Maar ‘Washington’ wilde wat van de missie en de uitvoering ervan vinden, en dat was vaker hinderlijk dan dat het Berntsen’s team hielp. Deze eerlijkheid geeft een mooi inzicht in het werk van een inlichtingenofficier in het heetst van de strijd. Wel jammer en hinderlijk zijn de weggestreepte paragrafen, maar het doet niet echt afbreuk aan de leesbaarheid.
Berntsen heeft een mooi inzicht gegeven in de beginfase van de strijd tegen Al-Qaida en bin Laden. Hoewel we de uitkomst kennen, is het boek geenszins achterhaald.
Berntsen was vele jaren werkzaam voor de CIA, de Amerikaanse geheime dienst. In de eerste jaren streed hij tegen de toenmalige Sovjet-Unie en in Zuid-Amerika, maar eind jaren negentig kwam een nieuwe vijand in beeld: een man met een lange baard, afkomstig uit Saoedi-Arabië. De rest van de geschiedenis kennen we. Jawbreaker verhaalt over Berntsen en zijn gelijknamige team dat direct na de aanslagen van 9/11 naar Afghanistan worden gestuurd om op bin Laden te jagen. Zijn verhaal staat bol van avonturen: de samenwerking met de Noordelijke Alliantie is een verhaal an sich. De stamhoofden vechten niet voor Amerika, maar voor zichzelf en hun eigen macht. Geld is een wondermiddel in Afghanistan en kan mensen voor je winnen, maar de volgende dag kunnen ze ook vechten voor de andere hoogste bieder. En dan is er nog het onherbergzame terrein van Tora Bora, waar bin Laden zich verstopt zou hebben. Berntsen en zijn team zijn verscheidene malen dichtbij UBL maar weten hem steeds net niet te pakken te krijgen. Frustrerend voor het “Jawbreaker” team en Berntsen steekt dit niet onder banken of stoelen. Dit is waarschijnlijk mede de reden waarom de CIA zo tegen publicatie van dit boek was. Voordat het bij een uitgever belandde, werd de tekst door de inlichtingendienst geredigeerd. Resultaat: een hoop zwart doorgehaalde zinnen die niet meer leesbaar zijn in het boek.
Berntsen schreef het boek samen met Ralph Pezzullo, een voormalig journalist. Jawbreaker sluit redelijk goed aan op de al bekende informatie over de strijd in Afghanistan zoals de corruptie en invloed van politiek op de missie. Wat het boek onderscheidt, is dat het een ooggetuigenverslag is vanaf de grond. De fragiele bondgenootschappen met corrupte en machtsbeluste stamhoofden om tegen de Taliban te vechten, de jacht op terroristen (shoot to kill), de opstand in een gevangenis vol Taliban en de uiteindelijke jacht op bin Laden in Tora Bora, de spanning en authenticiteit druipen er vanaf. Berntsen steekt zijn mening op de politieke invloed op de CIA missie niet onder banken of stoelen. De jacht op de baas van Al-Qaida had, als het aan Berntsen had gelegen, niet tien jaar hoeven duren. Maar ‘Washington’ wilde wat van de missie en de uitvoering ervan vinden, en dat was vaker hinderlijk dan dat het Berntsen’s team hielp. Deze eerlijkheid geeft een mooi inzicht in het werk van een inlichtingenofficier in het heetst van de strijd. Wel jammer en hinderlijk zijn de weggestreepte paragrafen, maar het doet niet echt afbreuk aan de leesbaarheid. Berntsen heeft een mooi inzicht gegeven in de beginfase van de strijd tegen Al-Qaida en bin Laden. Hoewel we de uitkomst kennen, is het boek geenszins achterhaald.