Het werk van Holly Black (1971) is in meer dan 30 landen verschenen, en bekroond met vele nominaties en prijzen. Tot haar bekendste boeken behoren De Spiderwick Kronieken. Daarnaast schreef ze de Faerie-serie en de Elfhame- reeks, waaronder De wrede prins, De gevallen koning en De verbannen koningin vallen. De gestolen erfgenaam is het eerste deel in de tweeluik De Erfgenaam.
Acht jaar geleden werd de Strijd met het Serpent beslecht. Vrouwe Noren van het Hof der Tanden heeft de IJzige Citadel nu in haar macht. Haar dochter Suren, een kroonprinses van het Hof der Tanden is voor haar wanhopige moeder gevlucht.
Ren is achtergelaten bij haar niet-ouders, en blijkt al snel in verbinding met de faerie-wereld te hebben. Dan komt ze niemand minder dan prins Eik tegen, erfgenaam van Elfhame. Ze blijkt connecties met het Hof der Tanden te hebben. Eik is zeventien, maar charmant, mooi en manipulatief. Hij is op een persoonlijke missie die hem naar het noorden zal leiden waarbij hij op de een of andere manier Rens hulp hard nodig heeft. Als ze akkoord gaat zal ze haar hart moeten beschermen tegen een jongen die ze ooit kende en een prins die ze voor geen goud vertrouwt.
Ondertussen smeedt vrouwe Noren een plan om monsters van hout en sneeuw te scheppen met behulp van een oude relikwie, net zoals ze ooit haar dochter het leven schonk. De zelfgemaakte wezens zullen zich gedragen als haar marionetten en niets lijkt haar nog tegen te houden om haar wraak uit te voeren. Haar dochter Suren is de enige persoon die nog invloed op haar heeft, maar wil zij wel gevonden worden? En is zij in staat om haar wraaklustige moeder tegen te houden?
Holly Black ontpopt zich met De gestolen erfgenaam opnieuw als een rasechte verteller als het om het thema elfen gaat. Ze weet haar lezers te boeien met het verhaal van Ren, een wisselkind dat een weggelopen koningin blijkt te zijn. De lezer krijgt niet de indruk middenin een verhaal te stappen, en daardoor is het goed los te lezen. Er worden uiteraard wel verwijzingen naar de Elfhame-serie gemaakt, en deze verhaallijn staat duidelijk in verbinding met die trilogie. Toch is het boek prima te volgen wanneer de lezer deze serie niet gelezen heeft.
Ten opzichte van de Faerie-trilogie brengt de schrijfster wel de nodige diepgang in de wereld van de elfen, en valt er iets beter met de personages een klik te maken. De wereld is opgedeeld in enkele liggingen: Hof der Tanden, Hof der Termieten, Hof der Motten, en enkele plaatsen waar Ren ook mee te maken krijgt tijdens de queeste, welke heel visueel worden omschreven.
Ondanks dat het een cross-over van de sterfelijke mensenwereld lijkt te zijn, wordt dit allemaal helder geschetst. Als de lezer een beetje oplet, kunnen er zelfs verwijzingen naar sprookjes in opduiken: een pijl gedrenkt in een middel dat Doodzoet heet en waarvan je honderd jaar zult slapen wanneer je ermee in aanraking komt, doet bijvoorbeeld aan Doornroosje denken. Ook zijn deze faeries in staat om aardse middelen in bruikbare, levende dingen zoals rijdieren uit planten die kruidrossen worden genoemd, te veranderen, en dat heeft iets van het sprookje Assepoester. Op deze manier kan de lezer dus meer klassieke vertellingen in de verhaallijn ontdekken. En voor mensen die bekend zijn met Merlin en de Ridders van de Ronde Tafel, is het personage koningin Mab een opvallende verwijzing. Het mag duidelijk zijn hoe en waardoor Black zich heeft laten inspireren. Er is wel enige herkenning vereist als het om opmerkelijke wezens gaat. Kelpies, fetsjen, feys, banshees, sluaghs, gancanaghs, pixies, en glaistigs tieren dan ook, vooral in de eerste helft van het verhaal, welig. De schrijfster doet haar best om een gedegen beeld van deze wezens te scheppen, om er waar nodig een eigen draai aan te geven.
Ren en prins Eik hebben duidelijk hun jeugd met elkaar doorgebracht, en dat is te merken in het hoe ze met elkaar omgaan. Eerst vriendschappelijk, later ontstaat er wellicht meer. De missie is vooral gericht op het redden de vader van prins Eik, waarbij hij de hulp van Ren nodig heeft. Hierbij zullen ze uiteraard een aantal hindernissen moeten passeren.
Hoewel er in de eerste helft veel over de wereld duidelijk wordt, en er ook enige actieve scenes zijn, lijkt het daarna toch weer wat in te zakken. Dat is prima als de lezer even op adem wil komen van alle informatie, al snakt de lezer nu juist na alle diepgang naar een beetje extra spanning. Dit doet opnieuw denken dat dit boek niet voor iedereen weggelegd is. Black leidt haar lezers naar een solide ontknoping, en een einde waarin weer eens naar voren komt hoe een karaktertrek de hele verdere situatie kan bepalen. Verreweg één van de betere boeken van de auteur.