Hugo Luijten is een Vlaamse auteur die in 2015 zijn debuut maakte met Baby C., met daarin verhalen over zijn zoontje die aan een stofwisselingsziekte lijdt. In deze verhalen zette Luijten direct zijn handelsmerk neer. Hij kan erg humoristisch vertellen, maar tevens direct daarin zijn gevoel omschrijven.
Deze zelfde eigenschappen nam hij mee in zijn volgende boeken. Nadat in 2017 Offer voor een verloren zaak uitkwam, een boek wat zich afspeelt in 1914 en uit het oogpunt van een Duitse soldaat is geschreven, waagde Luijten zich aan thrillers.
In 2018 verscheen zijn eerste boek in een serie van drie over de uitgebluste commissaris Stef Cools. Met name het eerste boek, Verast, was een prachtverhaal waarin hij zowel humor, spanning en een goede verhaallijnen wist te combineren. Na deze serie schreef hij twee boeken naar aanleiding van de tv serie Undercover. Kortom, Luijten is van vele markten thuis én wordt geroemd om de kwaliteit van zijn werk.
In zijn nieuwe boek Het bloed van de zwaan, duikt de auteur in de geschiedenis van een seriemoordenaar. De tijdspanne: eind jaren ‘20 van de vorige eeuw. Het verhaal speelt zich af in Düsseldorf en voor dit boek heeft Luijten veel researchwerk gedaan. Het is dan ook verhaal geworden wat fictie en non- fictie combineert.
Hugo Luijten heeft in dit boek geprobeerd om de gebeurtenissen rond de gruwelijk moorden, begaan door Peter Kurten, te plaatsen in de tijd van de Weimarrepubliek. Hij schetst een Duitsland wat nog steeds met een oorlogsverleden zit opgescheept én tegelijkertijd met de opkomst van het nationaal- socialisme.
Het bloed van de zwaan is een soms gruwelijk, schokkend, maar prachtig beschreven verhaal. Luijten laat in dit boek zien dat hij met recht tot een van de betere thrillerauteurs in ons taalgebied kan worden gezien. Hij schrikt er niet voor terug om zijn lezers mee te nemen in de donkere krochten van het brein van een seriemoordenaar en aan de andere kant het complete onvermogen van het politiekorps in die periode te laten zien.
Februari 1929. Düsseldorf wordt opgeschrikt door een reeks moorden op zowel mannen, vrouwen en zelfs kinderen. De slachtpartijen zijn even afgrijselijk als raadselachtig, want waar is het bloed van de slachtoffers? Rechercheurs Richard Meisters en Kaspar ‘Piszko’ Piaszkowski krijgen de taak om de moordenaar op te sporen. Verdachten en getuigen komen en gaan, maar de sadistische beul is niet af te stoppen.
Ondertussen zweept een hysterisch geworden pers het publiek en de autoriteiten op, zodat het alleen nog maar moeilijker wordt om de dader te pakken.
De personages die Luijten in Het bloed van de zwaan opvoert zijn niet uitvoerig beschreven, maar meer dan voldoende om een zuiver beeld te krijgen. Met name die stukken die handelen over het verleden tussen diverse personages, geeft eigenlijk een veel beter inzicht.
Met name de bijna wanhopige zoektocht die beide rechercheurs afleggen, staat in schril contrast met de bijna arrogantie waarmee de moordenaar speelt met het risico van opgepakt te worden. Juist deze tegenstelling weet Luijten mooi beeldend te beschrijven.
Omdat deze geschiedenis bij bijna iedereen onbekend is, kan de auteur ongestoord de fictie en de non-fictie met elkaar mengen. Hierdoor kan hij zonder enige belemmeringen dit verhaal vertellen. De periode waarin deze gruwelijkheden zich afspelen zijn ook het decor voor de boeken van Philip Kerr (Bernie Gunther) en ook de Babylon Berlin-serie van Volker Kutcher (Gereon Rath). Deze auteurs maken ook gebruik van non-fictieve feiten, maar deze speelden zich af in Berlijn, waardoor er wel degelijk een duidelijk verschil in stijl zit.
Hugo Luijten heeft aangekondigd dat dit boek een eerst aanzet is tot meerdere boeken vergelijkbaar met Het bloed van de zwaan. Hij heeft met dit boek de lat voor zichzelf al vrij hoog gelegd. Maar dit is voor Luijten alleen maar een uitdaging om het nóg beter te doen.