Een getroebleerde politieman, een mysterieuze setting en een ijzingwekkende moordzaak. Het lijken de ingrediënten te zijn voor een huiveringwekkende thriller, maar is dit in Wintereiland van Katrine Engberg ook zo?
“Een man wordt wakker van het weerzinwekkende geluid van een kettingzaag. Hij is vastgebonden, kan zich niet bewegen en hij kan niets anders dan toezien tot het blad dichterbij komt.”
Het is een tipje van de sluier die op verschillende plekken op het omslag terug komt. De verwachtingen voor het lezen van deze Bureau Kopenhagen-thriller zijn dus hooggespannen. Op de eerste bladzijdes wordt je inderdaad meegenomen in de wereld van iemand die op gruwelijke wijze om het leven komt. Dat knalt er lekker in!
Daarna wordt je als lezer meegenomen in de beleefwereld van Jeppe Korner, Anette Werner en Esther de Laurenti, bekende personages uit de thrillers van Engberg. Zij schreef eerder De krokodilvogel, Glazen vleugels en Dodenmasker, boeken in de reeks Bureau Kopenhagen. Anette wordt op een moordzaak gezet waarbij een half lijk in een grote, vierkante reiskoffer wordt gevonden. Het is direct duidelijk dat dit geen recent overlijden is. Engberg schuwt hierbij niet tot in de kleinste details te vertellen over de overledene:
“In de geopende koffer lag een lichaam. De huid was bruinpaars met witte schimmelvlekken en het kostte Anette een seconde om de vorm als menselijk te herkennen. Het lichaam had maar één arm en één been. Het hoofd lag in een van de hoeken en was dwars doormidden gekliefd.”
Het zijn schokkende details, die in je hoofd blijven ronddwalen terwijl je door Engberg meegenomen wordt naar een totaal andere setting. Jeppe en Esther begeven zich, elk om eigen redenen, naar het eiland Bornholm. Ze zijn van plan zich daar de hele winter schuil te houden. Jeppe is met verlof van de politie en werkt tijdelijk als houthakker. Esther doet onderzoek naar een overleden antropologe, in wiens huis ze verblijft. Hoewel Jeppe komt voor zijn rust, blijkt de band met Kopenhagen sterker dan gewenst.
De koffer waarin het halve lijk werd gevonden, blijkt afkomstig van Bornholm en Jeppe wordt door Anette gevraagd te helpen in het vooronderzoek. Dit blijkt echter grote consequenties te hebben voor zowel Jeppe als Anette én Esther. Welke geheimen verbergt het eiland? En weten ze de moordenaar te vinden voor hij opnieuw toeslaat?
Na een actieve, lugubere start van Wintereiland kom je als lezer in iets rustiger vaarwater terecht. Plotlijnen worden uitgezet, omgevingen goed beschreven. We maken kennis met verschillende personages en Engberg voegt er zelfs variatie in stijl aan toe: het verhaal zelf wordt afgewisseld met brieven uit het verleden. Brieven van de antropologe waar Esther onderzoek naar doet. Wat hebben die met het verhaal te maken? Waar zit de relevantie? Zoals elke thrillerlezer weet, moet je overal bij opletten. Het was dus even zoeken naar de connectie tussen de brieven en het moordonderzoek. De eerste brieven voelden nog als een hinderlijke onderbreking van de verhaallijn, maar uiteindelijk keken we er juist naar uit: wat voor waarheden verborgen de brieven en hoe konden ze de hoofdpersonen helpen? We begonnen uit te kijken naar de volgende brief. En die erna.
Wat zegt dat over het moordonderzoek zelf? In ieder geval dat daar de vaart beduidend minder in zat dan in de brieven. Er lijkt weinig vooruitgang te zitten in het onderzoek, de focus ligt meer op de problemen van bepaalde personages en bepaalde voorvallen die bedoeld zijn om de spanning vast te houden, voelen meer als vertragend dan spannend. Dat is jammer, zeker na zo’n vliegende start. Het middenstuk van Wintereiland was dan ook iets taaier om doorheen te komen dan bijvoorbeeld het eindstuk, waar de gebeurtenissen en onthullingen zich juist in veel sneller tempo opvolgen. Helemaal inkakken doet het zeker niet. Deels door de brieven maar ook door de vraag wie er überhaupt is vermoord. Die vraag blijft namelijk lang onbeantwoord. Slim, want het hield ons aan de pagina’s gekleefd. Als eenmaal bekend is wie het slachtoffer is, wordt alles wat daarvoor is gezegd en gedaan in een ander daglicht geplaatst.
Waar het Engberg niet lukte de spanningsboog honderd procent vast te houden in het middenstuk, maakt ze een grote eindsprint richting het einde. Om daarna weer ietwat aan uitleg in te boeten. Bepaalde aspecten van de moordzaak worden ons inziens niet duidelijk genoeg weerlegd. Het blijft bij een hypothese die de rechercheurs naar elkaar uitspreken in plaats van bewezen feiten. Alsof de inspiratie en creativiteit die laatste tien pagina’s op waren. Jammer, want het werpt een schaduw op een anderzijds goede, creatieve en onderhoudende thriller.