Lars Kepler is voor degenen die het nog niet wisten een pseudoniem van het Zweedse echtpaar Alexander Ahndoril en Alexandra Coelho Ahndoril. Aangezien dat natuurlijk totaal niet lekker bekt, valt de keuze voor het pseudoniem prima te begrijpen. Lars Kepler is trouwens de samenvoeging van de namen van de Zweedse schrijver Stieg Larsson en de Duitse wetenschapper Johannes Kepler. Het echtpaar Ahndoril steekt dan ook niet onder stoelen of banken dat ze bij het schrijven van hun thrillerreeks geïnspireerd zijn geweest door de grote Zweedse thrillerschrijver. Met Jager schreef Lars Kepler inmiddels het zesde deel in de reeks rondom de Zweedse inspecteur Joona Linna.
In Jager worden in korte tijd een aantal mensen op gewelddadige wijze om het leven gebracht, waaronder de minister van buitenlandse zaken. Commisaris Saga Bauer die de leiding van het onderzoek op zich krijgt, begrijpt al snel dat ze de zaak niet alleen af kan en dat ze deskundige hulp nodig heeft. Die hulp denkt ze te vinden bij Joona Linna. Er is echter een probleem. Joona Linna zit na afloop van het vorige deel sinds twee jaar in de gevangenis. In het echte leven zou zoiets vermoedelijk een onoverkomelijk probleem vormen, maar in de romanwereld van Lars Kepler is het gelukkig niet veel meer dan een lastig technisch obstakel waar wel een mauw aan te passen valt. Als Joona belooft te helpen de dader op te sporen dan wordt zijn gevangenisstraf omgezet in een taakstraf bij de politie. Kijk, dat is wel zo handig.
Een boek over een seriemoordenaar in een Scandinavische thrillerreeks klinkt – om het voorzichtig te stellen – niet bijster origineel. Al maakt Lars Kepler het meer dan eens duidelijk dat hier toch echt sprake is van een spree killer in plaats van een serial killer. Het grootste verschil tussen beide profielen lijkt te zijn dat de eerste categorie moordenaars geen ‘cooling off’ periode nodig heeft, maar dat verschil is eigenlijk hooguit een wetenschappelijke voetnoot waard. Gelukkig hoeft een thriller gezien de intrinsieke beperkingen van het genre niet altijd origineel te zijn, zolang de kwaliteit maar in orde is. Gelukkig is die kwaliteit bij Lars Kepler het grootste deel van de tijd in goede handen. Hoewel de spanningsboog niet altijd even strak gespannen staat en Jager net als zoveel dikke Scandinavische thrillers best met wat minder pagina’s toe kan (Jager telt er net geen 550) blijft het boek voldoende boeien tot aan het spectaculaire einde.
Joona blijkt een interessant personage en de actie die Lars Kepler de lezer voorschotelt mag er beslist zijn. Ergens op een kwart van het verhaal vindt een spectaculaire actiescène plaats, waarin een aantal mensensmokkelaars en Zweedse commando’s het tegen elkaar opnemen. Het heeft weliswaar uiteindelijk niet veel met de rest van het verhaal te maken, maar door de impact blijft de scene nog lang na-ijlen. De modus operandi van de killer is in al zijn luguberheid ook goed gevonden. Er blijft lang onduidelijkheid bestaan rondom de identiteit en de drijfveren van de killer en dit komt de spanning aanvankelijk zeker ten goede. Lars Kepler zet zonder het te bont te maken voldoende dwaalsporen uit om de lezer danig bezig te houden. Als uiteindelijk de aap door Lars Kepler uit de mouw wordt getoverd dan voelt de oplossing plottechnisch plausibel aan, al moet echter gezegd dat de motieven en de identiteit van de killer door de laatste twist een beetje uit de lucht komen vallen.
Afbeelding
Serie
Joona Linna
Auteur(s)
Lars Kepler
Uitgeverij(en)
Cargo
Jaar van uitgave
Thrillzone score
Review date
28 maart 2017
Categories
Scandinavisch
Deel deze recensie
In Jager worden in korte tijd een aantal mensen op gewelddadige wijze om het leven gebracht, waaronder de minister van buitenlandse zaken. Commisaris Saga Bauer die de leiding van het onderzoek op zich krijgt, begrijpt al snel dat ze de zaak niet alleen af kan en dat ze deskundige hulp nodig heeft. Die hulp denkt ze te vinden bij Joona Linna. Er is echter een probleem. Joona Linna zit na afloop van het vorige deel sinds twee jaar in de gevangenis. In het echte leven zou zoiets vermoedelijk een onoverkomelijk probleem vormen, maar in de romanwereld van Lars Kepler is het gelukkig niet veel meer dan een lastig technisch obstakel waar wel een mauw aan te passen valt. Als Joona belooft te helpen de dader op te sporen dan wordt zijn gevangenisstraf omgezet in een taakstraf bij de politie. Kijk, dat is wel zo handig.
Een boek over een seriemoordenaar in een Scandinavische thrillerreeks klinkt – om het voorzichtig te stellen – niet bijster origineel. Al maakt Lars Kepler het meer dan eens duidelijk dat hier toch echt sprake is van een spree killer in plaats van een serial killer. Het grootste verschil tussen beide profielen lijkt te zijn dat de eerste categorie moordenaars geen ‘cooling off’ periode nodig heeft, maar dat verschil is eigenlijk hooguit een wetenschappelijke voetnoot waard. Gelukkig hoeft een thriller gezien de intrinsieke beperkingen van het genre niet altijd origineel te zijn, zolang de kwaliteit maar in orde is. Gelukkig is die kwaliteit bij Lars Kepler het grootste deel van de tijd in goede handen. Hoewel de spanningsboog niet altijd even strak gespannen staat en Jager net als zoveel dikke Scandinavische thrillers best met wat minder pagina’s toe kan (Jager telt er net geen 550) blijft het boek voldoende boeien tot aan het spectaculaire einde.
Joona blijkt een interessant personage en de actie die Lars Kepler de lezer voorschotelt mag er beslist zijn. Ergens op een kwart van het verhaal vindt een spectaculaire actiescène plaats, waarin een aantal mensensmokkelaars en Zweedse commando’s het tegen elkaar opnemen. Het heeft weliswaar uiteindelijk niet veel met de rest van het verhaal te maken, maar door de impact blijft de scene nog lang na-ijlen. De modus operandi van de killer is in al zijn luguberheid ook goed gevonden. Er blijft lang onduidelijkheid bestaan rondom de identiteit en de drijfveren van de killer en dit komt de spanning aanvankelijk zeker ten goede. Lars Kepler zet zonder het te bont te maken voldoende dwaalsporen uit om de lezer danig bezig te houden. Als uiteindelijk de aap door Lars Kepler uit de mouw wordt getoverd dan voelt de oplossing plottechnisch plausibel aan, al moet echter gezegd dat de motieven en de identiteit van de killer door de laatste twist een beetje uit de lucht komen vallen.