De Cock en een duivels dilemma is alweer het zesde boek dat Peter Römer in de nog altijd populaire Baantjer-reeks heeft toegevoegd; iets dat hij telkens met verve doet. Geheel in de sferen van wijlen Appie Baantjer zet hij de serie in boekvorm voort, nadat hij voorheen de scenario’s voor de televisieserie schreef. Ook in dit 81e deel begint alles met een dode en de eigenzinnige inspecteur Jurre de Cock.

Bij de Amsterdamse voetbalclub HAS’32 hangen de vlaggen halfstok. Penningmeester Hans Qist – die al geruime tijd aan een vervelende ziekte leed - is overleden en men komt bij de club bijeen om op zijn leven te proosten. Bestuursleden, spelers, supporters: allen zijn aanwezig op de afscheidsbijeenkomst. Maar de vlaggen kunnen nog even blijven hangen als de volgende ochtend het levenloze lichaam van Richard Geelhoed wordt gevonden op de drassige slootkant achter de voetbalvelden. Geelhoed zat in verschillende commissies en vervulde zodoende een belangrijke rol binnen de vereniging. Wat is er die avond gebeurd? De Cock vermoedt dat het geen natuurlijk dood is en duikt – samen met de onvolprezen Vledder – in de wereld van het Amsterdamse amateurvoetbal. Ze stuiten op schimmige bestuursleden, mysterieuze vrijwilligers, liegende spelers en brutale fans, maar naar de waarheid blijft het gissen.

Na meer dan 80 boeken – en ruim 120 afleveringen op TV - is het mogelijk lastig een nieuwe locatie, een nieuwe moord en nieuwe motieven te verzinnen, maar Römer toont aan dat Amsterdam een stad is waarin zich duizenden verhalen schuilhouden en waar eindeloos over geschreven kan worden. Het blijft boeiend om samen met De Cock, Vledder en Keizer de stad en haar inwoners te ontdekken. In De Cock en een duivels dilemma worden we als lezers meegenomen in het reilen en zeilen van een voetbalvereniging en alle rompslomp die daarbij komt kijken. De karakters die hier een rol in spelen – een brutale terreinknecht, een beschonken barman, een hautaine voorzitter, de vaste, mopperende supporters – komen tot leven door de treffende beschrijvingen en hun typische uitspraken. Je ziet ze voor je en dat maakt het lezen enorm prettig (en herkenbaar).
Hoewel niet heel ingewikkeld of spannend, is het tevens leuk om met de rechercheurs mee te puzzelen met de plotlijn. De ingevingen en de uiteindelijke confrontatie(s) zijn met humor geschreven, iets dat aan dat leesplezier bijdraagt.

Jong of oud, vrouw of man, lezer of niet-lezer, thrillerliefhebber of romanaanbidder: de Baantjer-boeken zijn voor iedereen. Zet je verstand op nul, sluit je voor even af van de buitenwereld en geef je over aan een snelle en simpele plot. Heerlijk!