In de Internationale wandelgangen heeft men het over een aanstormend fantasytalent, dat eind dit jaar in Engelstalige vertaling zal komen. Hij wordt vergeleken met Tolkien, Frank Herbert en George RR Martin; niet de minste namen. In eigen land is hij ongeveer net zo groot. Op diverse fora en op lijstjes van grote influencers wordt hij al een tijdlang genoemd, en wordt er reikhalzend naar de vertalingen uitgekeken. De Nederlandse en Vlaamse fantasyfans hebben echter vorig jaar al kennis mogen maken met zijn werk, met het eerste deel uit De vogel die tranen drinkt-reeks: De hartelozen, vertaald door Mattho Mandersloot. We hebben het hier over de Zuid-Koreaanse Young-Do Lee, waarvan nu het tweede deel in het beoogde vierluik is verschenen, getiteld De dromenjagers.
Het verhaal gaat verder waar het eerste deel gestopt was; de reddingsmissie waarbij nhaga Ryun Fei uit zijn rijk in de jungles van het warme Zuiden werd vervoerd naar het koude Noorden is geslaagd, en nu breekt de volgende fase aan: achterhalen wat het doel van de operatie is geweest en waarom ze in de tempel van Haïnsha moeten zijn.
De strijder Keigan Draca, de rekkon Tynahan en tokkebi Biyung Srabol hebben de tempel bereikt; de eindbestemming van hun opdracht, opgedragen door Eremonnik Jutagi. De monniken van de tempel onthullen dan eindelijk het grote geheim achter de missie. Het blijkt dat de nhaga-priesters van plan zijn om een God te doden, om zo hun eigen Godin meer macht te bezorgen en daarmee de wereld te veroveren. Iets wat is mislukt tijdens de Grote Expansieoorlog. Ryun, zelf een nhaga, wordt gezien als de redder van zijn volk, omdat de monniken geloven dat hij een speciale kracht in zich heeft. Het is de vraag aan Ryun om deze krachten in zichzelf te zoeken, zodat hij contact kan leggen met zijn Godin en het plan van de priesters kan verraden. De rest van het gezelschap zal zorg dragen voor zijn bescherming. Immers zit de zus van Ryun, Samo Fei, nog altijd achter hen aan om hem te vermoorden, een eed (de shojaïn taeshiktor) die ze heeft gezworen te vervullen. Een reuzentijger onder mentale dwang van Samo zal haar daarbij helpen. Wat ze allen niet weten is dat er een veel grote complot achter schuilgaat, en dat men slechts onderdeel is van een geheimzinnige samenzwering.
Hoewel het even schakelen is, zit je binnen een mum van tijd weer in de geschapen wereld van Young-Do Lee. Nhaga’s, rekkons, tokkebi’s; volksgroepen die in de Westerse fantasy onbekend zijn, en die daardoor oh-zo-boeiend zijn om over te lezen. De hele cultuur achter de groepen is in het eerste deel al knap neergezet door de auteur, maar wordt in dit tweede deel nog wat meer uitgediept. Vooral de achtergrond en beweegredenen van Keigan Draca – een mysterie op zich – komen meer aan het voetlicht. De grappen van het vuurwezen Biyung en de naïeve houding van de oerkip Tynahan krijgen ook meer gelaagdheid doordat Lee er in De dromenjagers meer de tijd voor neemt. Dat gaat soms ten koste van de vaart in het verhaal, maar geeft wel dat stukje informatie dat het boeiend maakt.
Het gros van het verhaal speelt zich af in de tempel van Haïnsha, maar daaromheen vormen enkele bijzondere locaties het decor voor een aantal memorabele passages in dit boek. Zo dient de Tolweg van Sigouriat als een soort douanepost met strenge regels, waar iedereen zich aan houdt. Hattenkraaz is de hoge, centrale toren waarin de hoeders van de nhaga’s naast hun onderkomens, tevens belangrijke documenten, mysterieuze geheimen en het belangrijkste: de harten van (bijna) alle nhaga’s onderbrengen. De slinkse (mannelijke!) machthebbers hebben daarmee de controle over het door vrouwen gedomineerde reptielvolk. Het zorgt voor een interessante dynamiek en een puike strijdvoering.
Waar in De hartelozen de tijd werd genomen om de wereldbouw uiteen te zetten, zit er in De dromenjagers een flinke portie actie. Young-Do Lee laat zien over flink meer talent te bezitten dan we in het vorige deel hebben mogen aanschouwen. De vechtscénes zijn van een hoog niveau, waarbij vooral de confrontaties tussen Samo Fei met haar reuzetijger Marunarae en Keigen Draca met zijn kompanen van de bladzijdes spatten. Het zorgt voor leesmomenten met een hoog adrenalinelevel. Fantasy op z’n best!
Het is omvangrijk verhaal, met een rijke wereldopbouw, personages waar je U tegen zegt en rituelen/ gebruiken die fantastisch zijn uitgewerkt. Het zal ongetwijfeld bekend zijn in de Koreaanse literatuur, maar voor Westerse begrippen is dit een nieuwe en unieke leeservaring. Voor sommigen zal het wellicht even wennen en aanpassen zijn, maar het zal voor eenieder verrassingen, verwonderingen en vermaak opleveren. Het is uitzonderlijke fantasy waar we meer van willen, en gelukkig voor ons, is de Nederlandse vertaling de wandelgangen al uitgesneld. Nu de reddingsmissie en het doel erachter bekend zijn, is het tijd om de rest van de wereld te verkennen. Op naar meer dus.
Ik ben Mads Bruijnesteijn en nu al een aantal jaren nauw betrokken bij ThrillZone. Werkzaam in de boekenbranche heb ik van mijn hobby (lezen) mijn beroep kunnen maken. En dan mag ik ook nog eens recenseren voor ThrillZone. Mijn interesse is best divers, maar het fantasygenre, inclusief Science Fiction-verhalen, kunnen mij enorm bekoren. In de creaties van een nieuwe, niet bestaande wereld met memorabele personages kan ik mijzelf verliezen. Thrillers lees ik al vanaf mijn 12e levensjaar, dus ook met dat genre heb ik een band. Favorieten zijn: John Grisham, Harlan Coben, Sebastian Fitzek en Anthony Ryan.
Alle recensies van deze recensent
Schrijf jouw recensie!