Matthew (M.J.) Arlidge debuteerde in Nederland in 2016 met zijn spraakmakende thriller Iene miene mutte. Wat verfrissend was in het genre, waren de korte hoofdstukken, snelle en heftige actie en een gruwelijke plot. De naam van Arlidge was snel gevestigd. De serie rond getormenteerde politie-inspecteur Helen Grace, die de straten van Southampton probeert veilig te houden, is inmiddels tien thrillers rijk. In de tussentijd werden ook nog twee kleine boekjes uitgebracht die in gingen op de geschiedenis van dit bijzondere personage. Deze twee uitgaven, Alles in de wind en Schuitje varen, zijn door de uitgever opnieuw uitgebracht in het boek Twee kleine visjes.
Alles in de wind is een verhaal dat net aan de zeventig pagina’s aantikt. Het verhaal gaat over het vijftienjarige meisje Jodie. Ze verkast van weeshuis naar weeshuis. Wanneer ze arriveert bij het derde tehuis, blijkt dat de ergste nachtmerrie te zijn waar ze in kon belanden. Er wordt met harde hand geregeerd en zelfs misbruik is aan de orde van de dag. Om zichzelf te verdedigen, zal ze vriendschappen moeten sluiten. Maar is dat wel zo handig?
Het tweede verhaal is Schuitje varen. In Schuitje varen maken we kennis met een jonge Helen Grace. In de tijd dat de Brexit nog niet eens bedacht was en Take That nog hits scoorde, is zij een beginnend politieagente. Ze werkt als motormuis bij de verkeerspolitie wanneer ze een melding krijgt van een aanrijding. Het betreft een jonge, donkere man die is aangereden op de snelweg. Het lijkt op een noodlottig ongeval, maar Grace is scherp en ziet sporen die duiden op mishandeling. Ze duikt, ondanks tegenwerkingen van haar leidinggevende, in de zaak en ontdekt een mensenhandel die gruwelijke vormen aan heeft genomen...
Beide verhalen zijn opzichzelfstaand, maar hebben natuurlijk als connectie dat het beide malen om Helen Grace gaat. M.J. Arlidge is een auteur die vanaf 2014 furore maakt met zijn snelle thrillers. Elke Grace-thriller vindt gretig aftrek. Dat heeft enerzijds te maken met de snelle en harde verhaallijnen die de goedlachse Brit voorschotelt. Anderzijds is het vooral Helen Grace die de show steelt. Ze is duister, heeft -vooral in de eerste delen- heftige hobby’s en sjouwt geheimen met zich mee. Met de twee korte verhalen in Twee kleine visjes tilt Arlidge een tipje van de sluier op en laat hij zien hoe Grace de vrouw is geworden die ze in de opvolgende thrillers is.
In slechts een paar pagina’s weet Arlidge de karakters neer te zetten én een heftige sfeer te creëren. Dat is een bijzondere gave, want hij heeft slechts een handjevol bladzijden tot zijn beschikking. Natuurlijk vindt de karakteropbouw niet plaats zoals in wat dikkere boeken, maar de lezer wordt wel het verhaal in gezogen. De auteur staat erom bekend ook regelmatig een maatschappijkritische noot in zijn verhaal onder te brengen. In Alles in de wind is dat het Britse weeshuissysteem, waarmee hij de misstanden die er zijn aan het voetlicht brengt. Onze tip; lees beide verhalen niet als introductie van de reeks. Wie Iene Miene Mutte (deel één) uit heeft en daarna start met Alles in de wind, zal snappen waarom.
Hoewel het een relatief dun boek(je) is, weet Arlidge je toch als een weerloos slachtoffer het verhaal in te trekken. Het is duister, heftig, en laat goed zien waarom Grace het personage is wat ze nu is. Arlidge: een van de toppers in het genre en dat blijft waarschijnlijk nog wel even zo!