Terrence Lauerhohn is geboren op 31 mei 1960 in ‘s-Hertogenbosch. Hij woonde zo’n dertig jaar in Bergen op zoom. Nu woont hij in het Zeeuwse Rilland. Pas na veel omzwervingen en jaren besloot hij om verhalen te gaan schrijven en noemde hij zijn schrijvende alter ego Terrence Lauerhohn. Hij schreef onder andere De negen cirkels, Wegversperring, Kluizenaar en De Kluwen. Rapsodie in zwart werd eerder uitgegeven onder de titel Blauwe bonen.
De Crooner is een beruchte huurmoordenaar op leeftijd. Zonder wroeging, empathie of sympathie legt hij zijn slachtoffers om, zodat hij ijskoud zijn beloningen kan innen. Maar wanneer hij zijn eerste fout in zijn roemruchte carrière begaat, jaagt hij daarmee gangsterbaas Stolten in het harnas. Om de crimineel op andere ideeën te brengen, en hem naar zijn hand te zetten, besluit Crooner diens jongvolwassen, maar fascinerende dochter te ontvoeren, waarmee hij zich alleen maar meer in de nesten lijkt te werken, en dat kan weleens zijn ondergang betekenen. Zal het hem lukken zijn baas Stolten tot rede te brengen?
Terrence Lauerhohn kruipt moeiteloos in de huid van een huurmoordenaar, die nooit op meer bloed rekent, omdat hij goed kan inschatten hoeveel er zal kunnen vloeien tijdens zo’n afrekening. Lezers krijgen het gevoel te maken te hebben met een soort van Dexter- type moordenaar: Iemand die alleen criminelen en moordenaars vermoord, de rotte appels fileert, maar dan in opdracht en niet uit eigen beweging. We merken dat deze Crooner het wel heerlijk vindt om te moorden. Totdat hij de dochter van zijn gangsterbaas ontvoert. Het lijkt erop dat hij door haar aanwezigheid van het één op het andere moment in een regelrechte softie aan het veranderen is.
De karakters zijn sterk neergezet qua emoties en gedrag. Tussen huurmoordenaar en de dochter van zijn baas ontstaat een boeiende dynamiek. Tot nu toe hebben ze hem, de huurmoordenaar, er nog niet onder gekregen, en het is dan ook de vraag wie het psychologische spelletje zal gaan winnen. Gestaag komt de lezer steeds een beetje meer te weten over de achtergrondverhalen van de huurmoordenaar en zijn gegijzelde.
De verhaallijn komt als een gedachtestroom van de moordenaar. Het verhaal wordt dus vanuit het oogpunt van de Crooner, zoals zijn bijnaam luidt, verteld. Ondertussen vertelt het slachtoffer, de ontvoerde dochter, haar verhaal in de vorm van gedrag en emotie, waarbij ze de indruk wekt een teer poppetje te zijn, en dat geeft tegelijkertijd te denken, want haar vader is tenslotte een gevreesde crimineel. Hoewel er veel informatie over achtergrond, motief en overige zaken in kleine momenten worden prijsgegeven, is dit ook geen vervelende infodump geworden, en worden deze onderonsjes afgewisseld met harde actie en een schep spanning.
Het taalgebruik heeft een hard randje, kan op sommige momenten wat banaal overkomen, maar past bij de setting. Het psychologische aspect is duidelijk aanwezig, waaruit symboliek in de vorm van een kinderrijmpje opduikt. De rollen worden op meesterlijke wijze omgedraaid, en voor een kort moment gaan lezers zich afvragen waarom de huurmoordenaar zo hardnekkig zijn slachtoffer de dochter van zijn baas blijft noemen, in plaats haar aan te spreken met haar werkelijke naam, want die is natuurlijk al lang en breed bekend. De nagelbijtende ontknoping laat zich hierna dan ook niet lang meer op zich wachten.
Lauerhohn neemt zijn lezers mee naar een razendsnel einde, met een plotwending die oplettende lezers kunnen doorgronden, maar welke de lezers wel met een bevredigend gevoel zullen achterlaten. Een enigszins serene thriller met rauwe elementen, die zeer zeker duister zijn.